
Minitornado
We stonden met zijn allen in een kringetje voor het crematorium in Zuid-Limburg. De dienst van mijn oudtante was net voorbij. Er was koffie en mierzoete vlaai en nog meer koffie. Het miezerde. Het was benauwd.
We stonden met zijn allen in een kringetje voor het crematorium in Zuid-Limburg. De dienst van mijn oudtante was net voorbij. Er was koffie en mierzoete vlaai en nog meer koffie. Het miezerde. Het was benauwd.
ik stuur een gouden plaat de ruimte in/waarop ik buitenaardse beschavingen uitleg/wat voor soort ik ben.
We zitten met z’n drieën in de auto. Er is ruimte zat en toch lijkt het alsof we te dicht op elkaar zitten.
De maanden hier vooraf/ Leken één/ Slapeloze nacht/Omdat een liefde me bekroop/ Die ik niet kreeg weggekrabt
Het enige dat ze wisten was dat er iets ging veranderen. Maar hoe het eruit zou gaan zien, daar hadden ze geen idee van.
Mijn leerling kijkt me aan als een musje dat geprobeerd heeft door het raam te vliegen.
Omdat ik geen broodrooster bezit besloot ik er een te kopen.
Er stond een jonge vrouw met korte mouwen en ze had haar armen vol tatoeages.
Bij aankomst zie ik de berk languit over het pad liggen, zijn bast op de natte grond. De wortels steken omhoog.
Als ik thuiskom, staat er een kleine man met een sporttas voor de ingang van onze flat.