Als ik thuiskom, staat er een kleine man met een sporttas voor de ingang van onze flat. Ik open de deur naar de centrale hal en laat hem binnen. Eigenlijk hoort dat niet, mensen doorlaten voordat de zoemer gaat, maar ik vind het onbeleefd om hem buiten te laten staan.
We wachten voor de lift. De man is een kop kleiner dan ik, maar hij is buitengewoon gespierd.
‘Waar moet u zijn?’ vraag ik als we de lift instappen.
‘De vijfde.’
‘Ik ook.’
In de lift bekijkt de man zichzelf in de spiegel en laat zijn borstspieren dansen onder zijn T-shirt. Hij heeft kort rossig haar met midden op zijn kruin een kale plek.
Bij het uitstappen, laat ik hem voorgaan. Hij loopt enkele meters voor me uit over de galerij. Terwijl ik mijn sleutelbos pak, zie ik dat de man bij mijn appartement stopt en aanbelt.
‘Moet u hier zijn?’ vraag ik.
‘Nummer 54.’
‘Hier woon ik.’ Om te demonstreren dat dit mijn huis is, steek ik de sleutel in het slot en open de deur.
‘Dan moet ik bij jou zijn,’ zegt de man en loopt langs me heen de gang in.
Hier zit ik niet op te wachten, een kleine gespierde man met een sporttas in mijn huis. ‘Wat kan ik voor u doen, zoekt u iemand?’
‘Ik ben de exotische danser.’
‘Bent u stripper?’
‘Zo mag je het ook noemen. Van achttien uur dertig tot achttien uur vijftig sta ik ingepland op de Verlengde Lodewijkstaat nummer 54.’
‘Dat is hier inderdaad, maar ik heb niets besteld.’
‘Mooi huis heb je,’ zegt de man terwijl hij om zich heen kijkt. Zijn borstspieren dansen weer onder zijn shirt.
‘Ik denk dat dit een misverstand is. Ik ga over twee weken trouwen.’
‘Natuurlijk. Dat mogen jullie tegenwoordig ook.’
‘Met een vrouw, bedoel ik.’
Hij pakt een iPad uit zijn sporttas en bestudeert het scherm. ‘Nee,’ zegt hij. ‘Ik moet toch echt hier zijn. Ben jij Vincent Kortmann?’
‘Ja.’
‘Met dubbel n. Is dat Duits?’
‘Ongetwijfeld.’
‘Misschien heeft je verloofde me besteld.’
‘Mijn vriendin is niet thuis en ze gaat zo dadelijk de nachtdienst in.’
Hij gaat op onze suède poef zitten en bestudeert zijn iPad. ‘Een show van twintig minuten, politieman, slagroom tepels, slagroom penis. Ejaculatie optioneel. Heb je een glaasje water?’
Ik loop naar de keuken en pak een glas, terwijl ik probeer te bedenken hoe ik deze man mijn huis uit kan krijgen.
Hij drukt een blauwe pil uit een strip en slikt hem door met een paar slokken water. ‘Heeft niets met jou te maken,’ zegt hij. ‘Ik neem er een voor elke show. Ik moet altijd presteren, als je begrijpt wat ik bedoel, of ik nu in een bejaardensoos dans of bij een hockeyclub, de luitenant moet altijd in de houding staan.’ Hij lacht. Hij heeft een spleet tussen zijn tanden.
‘Hoe heet je eigenlijk?’ vraag ik. Ik heb ooit gehoord dat je in bedreigende situaties mensen het beste met hun voornaam kunt aanspreken, dat schept een gevoel van vertrouwelijkheid en dan is de kans op excessief geweld kleiner.
‘Rob. Met een p.’
‘Rop.’
‘Ja, Rop.’
Hij heeft een kolossaal horloge om zijn pols.
‘Mooi klokje hè?’ zegt Rop die mijn blik ziet. ‘Van der Gijp heeft precies dezelfde.’
‘Als je het niet erg vindt, Rop, heb ik liever niet dat je danst.’
‘Ik ben betaald en dan moet ik dansen.’
‘Wie heeft je betaald?’
‘Dat kan ik niet zien. Rekening voldaan is alles wat ik moet weten. Bovendien, als ik het wel zou weten, had ik het je niet mogen vertellen in verband met de AVG.’
‘Dan zég ik toch gewoon dat je gedanst hebt.’
‘Was het maar zo simpel. Er is een overeenkomst gesloten, dus is er sprake van een inspanningsverbintenis. Mocht ik niet dansen, dan lever ik een wanprestatie en kan ik nu of in de toekomst aansprakelijk gesteld worden. Dat staat allemaal in artikel zes dubbele punt vierenzeventig. En behalve dat het me geld kan kosten, kan het ook mijn rating op de site schaden. Want daar worden we op uitgezocht. Op de sterretjes.’
‘Je hebt er verstand van.’
‘Ik studeer HBO rechten. Deeltijd. Je kunt niet voor altijd blijven dansen. Hoewel ik in twintig minuten net zo veel krijg als een advocaat in een uur.’
Ik vraag me af wie van mijn vrienden een paar honderd euro over heeft om mij twintig minuten lang ongemakkelijk te laten voelen.
Rop kijkt op zijn horloge. ‘Het is nu kwart over, ik ga wat oefeningen doen om de spieren op spanning te brengen.’ Hij doet in hoog tempo push-ups en kniebuigingen.
Ik loop naar het raam en vraag me af hoe ik deze dans kan ontspringen. Beneden op straat gaat het leven gewoon door. Ik zou kunnen vluchten, maar Mariska zal niet accepteren dat ik een wildvreemde in ons appartement alleen laat. Hij zou het hele huis kunnen leegroven. Rop doet sit-ups.
‘Publiek maakt me niet uit,’ zegt Rop nadat hij is opgestaan. ‘Of het er één is of honderd, homo of hetero, ik doe gewoon mijn ding.’
Hij staat op, pakt een JBL-box uit zijn sporttas en zet hem zorgvuldig op ons nieuwe glazen bijzettafeltje.
‘En als er niemand is?’ vraag ik.
‘Hoe bedoel je?’
‘Als je op een bepaald tijdstip op een bepaalde plek moet optreden, maar er is niemand.’
‘Dat is nog nooit voorgekomen, maar ik denk dat ik gewoon zal dansen. Misschien kijkt iemand mee op een webcam of zo. Je wilt geen gedoe achteraf. Ik ben zo terug,’ zegt Rop en loopt met zijn sporttas naar de gang.
Het is me duidelijk dat hij hoe dan ook zal dansen. Uit de JBL klinkt het intro van Relight my fire. De deur zwaait open en Rop komt de kamer binnen, verkleed als een Amerikaanse politieman. Hij danst verbazingwekkend elegant voor zo’n kleine, gespierde man. Hij knoopt meteen zijn lichtblauwe overhemd los. Zijn bovenlijf is roze en glimt als een paling in slaolie. Onwillekeurig ben ik onder de indruk van zijn soepele en gecontroleerde bewegingen. Hij heeft overduidelijk een choreografie uitgewerkt en hij weet precies wat hij doet, van seconde tot seconde.
Aan het begin van het tweede nummer trekt Rop zijn broek, die kennelijk voorzien is van klittenband of magneetjes, in één beweging van zijn kont en zet de dans voort in een zwarte string. Je ziet zijn lul zitten, opgezwollen door de Viagra. Ik snap nu wel waarom hij die pil neemt; dit is niet direct de meest opwindende situatie. Noch voor hem als voor mij. Rop pakt een slagroomspuit. Het is een professioneel exemplaar, zoals ze ook in ijssalons en Grand Cafés gebruiken. Hij spuit slagroom op zijn tepels. Uit zijn polsbeweging leid ik af dat het toefjes hadden moeten worden, maar het lijken meer op halve cirkeltjes, die al snel over zijn buik naar beneden glijden en op onze nieuwe gietvloer terechtkomen.
Rop buigt zich voorover, trekt zijn string uit en begint zijn lul op het ritme van de muziek in het rond te zwaaien, als de wieken van een molen. Ik ruik een vluchtige aardbeiengeur.
Dan spuit Rop een streep slagroom over de volle lengte van zijn penis. Het heeft iets weg van de diepvriestompoezen die we vroeger thuis op vrijdagavond aten.
Van het politiemankostuum heeft Rop alleen nog zijn schoenen aan en zijn zonnebril op. Het begint bijna te wennen, een blote man die door de kamer danst en wiens leuter op en neer zwiept. Het ding maakt een rubberachtige indruk.
Twintig minuten naar een dansende man kijken is vrij lang, merk ik na twee nummers. De angst die ik aanvankelijk voelde, begint plaats te maken voor verveling.
Als het laatste nummer is afgelopen, maakt Rop een buiging. Ik applaudisseer.
Hij ziet er tevreden uit. ‘Normaal gesproken heb je interactie met de mensen,’ zegt Rop. ‘Dan kun je als danser boven jezelf uitstijgen, maar dit ging op zich ook prima. Heb je misschien nog een glaasje water voor me? Ik heb het zweet op mijn voorhoofd staan.’
Ik loop naar de keuken en pak een nieuw glas. Als ik terugkom zit Rop met zijn blote billen op de suède poef.
‘Even de administratie doen,’ zegt hij en buigt zich over zijn iPad.
‘Zou je alsjeblieft niet op die poef willen zitten?’ vraag ik.
Rop staat op.
‘Ik heb alleen nog een krabbel nodig,’ zegt hij en houdt me de iPad voor. Met mijn wijsvinger schrijf ik mijn naam in het daartoe bestemde vakje.
‘Wil je een afschrift per mail ontvangen?’ vraagt hij.
Ik schud nee. Ik merk dat ik vreselijk moe ben.
Rop pakt de JBL van het bijzettafeltje en loopt naar de gang waar zijn kleren liggen.
Ik laat me op de bank vallen, sluit mijn ogen en probeer me te concentreren op mijn buikademhaling.
Rop is aangekleed als hij zijn hoofd om de hoek van de deur steekt. ‘Dan ga ik maar. Hoe heet je ook alweer?’
‘Vincent.’
‘Dat is waar ook. Nou Vincent, blijf lekker zitten, ik kom er zelf wel uit. En vergeet je niet om sterretjes achter te laten op de site? Dat is tegenwoordig het belangrijkste, de sterretjes.’
Ik steek mijn duim op. Rop gooit zijn sporttas over zijn schouder en loopt naar buiten.
Vanaf het moment dat Rop de deur in het slot heeft laten vallen, begin ik aan mezelf te twijfelen. Ik kan nauwelijks geloven dat hier tien minuten geleden een blote man door de kamer heeft gedanst.
Tot ik naar de poef kijk. De olie waarmee Rop zich had ingesmeerd, heeft een bilafdruk op de suède bekleding achtergelaten.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.