papieren helden

FB

De wetenschap van het afscheid

Dus ik ging, die dag. Ik ging die dag, die regenachtige dag omdat ik dacht: dit is de dag dat ik moet gaan. Niet langer blijven, ik kon niet meer, niet langer, het was op.
Wat? Wat was op? Alles. Ik.
Ik was al weg, ik was al weggegaan. Al dagen, weken dat ik je had verlaten in mijn hoofd.
Wat je zag was lichaam. Dit lichaam.

Dit lichaam twijfelt hoe het zich moet gedragen, moet verhouden tot de nieuwe plek. Het betekent dat er ook weer een plek is achtergelaten.
Als je vertrokken bent, weet je niet wat zich daar, waar je weg bent gegaan, af zal spelen en in hoeverre dat wat zich af zal spelen met jou te maken heeft. En in hoeverre dat nog iets te betekenen heeft, voor jou.
Dat is wat je jezelf voorhoudt maar dat is niet houdbaar, geen seconde. Je weet precies wat zich er af zal spelen, het heden is voorspelbaar, de toekomst nog voorspelbaarder en de plek die je verlaten hebt draagt nog steeds, diep in de modder, jouw voetstappen, je zult er nooit helemaal weg zijn.

Dit lichaam herbergt meerdere vrouwen. Er is ook het cynische, vulgaire wijf dat sist en in het Engels heeft leren schelden. Er is ook de 'schattebout'.

Dit lichaam is von kopf bis fuss auf liebe eingestellt maar moet zich op jouw dwingend verzoek herverdelen. Het hele lichaam wordt kut.
Nou, vooruit, borsten blijven borsten.

Dit lichaam hunkert naar een broertje. Een geliefde, die het broertje kan noemen.
Uitgewaaierd over de wereld wisten deze lichamen elkaar desondanks te vinden.

Dit lichaam opent zich: Kom! zeg je. Meer! O, wat ben je lekker open. Meer!
Niet praten.
Hoe heet je? / Wat lees je? / Heb je een man?
Iemand verzinnen, nog een vrouw erbij in dit lichaam.

Dit lichaam is onder de arm genomen, een kind nog en volleerd vluchteling, omdat dat land zijn eigen kinderen met huid en haar opvrat.

Dit lichaam is er één van wat een mooi volk was. Groot, sterk en stevig geworteld in de grond tot het ze eindelijk lukte ons daaruit te rukken en wij alle kanten op vlogen.
Wij hebben een erfenis die we niet uit ons lichaam krijgen.

Dit lichaam loopt door straten die het zich na al die jaren nog steeds niet eigen heeft gemaakt. Rationeel wel, het weet waar het de hoek om moet, hoeveel zijstraten het moet passeren op weg naar werk, het café, of voordat het thuis is. Thuis... Maar deze stad zal nooit in het lichaam gaan zitten, daar is simpelweg geen plaats meer voor, dit lichaam is bezet gebied.

Dit lichaam zet stappen, telt stappen. Tast de ruimtes af, de kamers, de planken van de vloer, de splinters in de planken.
Van scherf naar fragment naar puzzelstuk.
De afstand van mij naar jou. Van ons bed naar ons land, broertje, ons vader- moederland.

Dit lichaam dat, wanneer het eindelijk in staat van volledige overgave verkeert, alleen wordt gelaten.

Dit lichaam dat altijd alleen geweest is, nooit lang genoeg bewoond door cellen die de wil hadden zich tot een nieuw mens te ontwikkelen, de moed hadden geboren te worden.
Een zoon die bevrijd zal zijn van onze erfenis, die ik zou kunnen beschermen. Kind van een elite-ras.

Dit lichaam bergt de herinnering in het verstand, niet in het gevoel en het is nog maar de vraag wat erger is.
Niemand weet in welke taal je schreeuwt.

Dit lichaam kan het zich niet permitteren te wanhopen. Wanhoop is een luxe. En waag het niet zelfmedelijden te hebben, niks verzwakt zo erg als zelfmedelijden.

Dit lichaam vangt klappen op alsof het nooit iets anders gedaan heeft en zo is het ook, het heeft nooit iets anders gedaan.
Blijkbaar kon het erger want jij zegt: als je een vent was, had ik je een ram verkocht.
Het kan altijd erger.
Je bent een vrouw, daar ligt je grens.

Dit lichaam is het lichaam van een vrouw. Een trots lichaam. Een vurig lichaam. Kapot en geslagen lichaam. Kwaad lichaam. Mooi lichaam. Behoeftig, afhankelijk lichaam. Begeerd lichaam. Onderdrukt lichaam. Geniaal lichaam. Dromend lichaam. Spartelend lichaam. Geoefend lichaam. Afgepeigerd lichaam. Gekraakt lichaam. Hunkerend lichaam. Verblindend lichaam. Opgejaagd lichaam. Achterdochtig lichaam. Zegevierend lichaam. Gedragen lichaam.

Dus ik ging, die dag. Ik ging die dag, die regenachtige dag omdat ik dacht: dit is de dag dat ik moet gaan.
En ik ging.

Dit lichaam citeert: “Alleen de liefde behoedt voor de angst. Maar wie (of wat) zal de liefde zelf voor de angst behoeden?”
Altijd de twijfel, altijd dubbel.

Twee keer zo groot lichaam
Vier keer zo groot lichaam
Dit lichaam herbergt alles dat ik ben. Daar is te lang overheen gekeken.

Zei ik dag? Stak ik mijn hand op? Keek ik achterom?
Ik zeg: nee, dat heb ik niet gedaan.


In 2016 was de Oekraïense schrijfster Oksana Zaboezjko te gast op het Read My World-festival. Bij deze gelegenheid schreef Renée van Marissing deze tekst, die geïnspireerd is op Zaboezjko’s roman Veldonderzoek naar Oekraïense seks. De tekst werd tijdens het festival ten gehore gebracht in samenwerking met de pianist Nora Mulder. De wetenschap van het afscheid is in een bibliofiele uitgave verschenen bij Hof van Jan.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,