Dertien dagen voor het afdalen vernam Ian dat ze twee straten verderop eindelijk ook aan het graven waren. Het was midden in de zomer, maar er waren steeds minder mensen die zich buiten begaven. Het licht werd feller en reizen afgeraden. Hotels waren leeg en caravans haastig verlaten, de luifels nog uit.
De minimale hoogte van de bunker was bepaald, maar met vierentwintig centimeter extra voel je je niet opgesloten zeiden ze en met de muren hoger lijk je zelf groter zeiden ze. Men kreeg lucht van de mogelijkheden: er waren meer mensen die zich de tweeënzeventig kubieke meter, of vierentachtig en er waren zelfs mensen die zich honderdvijftig kuub permitteerden. ‘Wat doe jij?’ werd steeds vaker gevraagd én nagedaan. De meeste mensen zonder tuin waren al vertrokken en degenen die er nog waren, keken schichtig rond. Ian was een half jaar geleden al klaar. Hij kreeg eerst sceptische blikken en daarna vragen over betonsoorten en afmetingen. Waarschijnlijk dacht men dat hij meer zou weten vanwege zijn werk bij de gemeente. Hij bleef herhalen: “Ik ben maar een simpele IT’er.”
Generator, gereedschapskist, vangnet, John West tonijn in blik, dubbelzijdig tape, zout boven het quotum, terrarium, het hele oeuvre van Douglas Adams, Polaroids van confetti en ballonnen. Een masker. Groene stiften. Een reservemasker.
Negen dagen voor het afdalen, begon Peet het geluid te maken. Een lage, aanhoudende toon, eerst nauwelijks hoorbaar maar eenmaal opgemerkt zeer aanwezig. Hij zat dan alert in een hoek van de kamer. Ian had dit geluid nog nooit gehoord bij een leguaan. Als Peet dit deed, voelde Ian zich zwaarmoedig, al kon hij niet achterhalen of hij aangedaan was door de leguaan of dat ze tegelijkertijd in dezelfde toestand terecht kwamen. Hij drukte dan zachtjes met zijn hand op Peets kopje en wist niet of dit hielp.
Er stond die dag bij iedereen een doos voor de deur. Met een dik grijs tape eromheen en een stempel van de gemeente. In de doos zaten een kaart en een tl-lamp, ‘Te bevestigen in de ruimte waar u zal schuilen tot er een oplossing zal zijn voor de kringen. Zie het als een moment om tot uzelf te komen. Zie het als het verbreken van de sleur. Kom nader tot uw familie. Lees een boek. Speel een gezelschapsspel’.
Er was een ondergronds informatienetwerk aangelegd en er was Tentext, een informatiekanaal van de overheid. Ian had de opdracht het toegankelijk te maken binnen zijn gemeente. Hij sprak alleen per e-mail met de projectleider. Het zou allemaal zo’n vaart niet lopen, maar men werkte wel aan een gangenstelsel.
Handwasmiddel, reservekabel, scherpe schaar, een oude Veronicagids met Katja Schuurman op de voorkant, paintballgun, braadslede voor het nog verse vlees in de eerste weken, Pim Pam Pet ook in je eentje te spelen. Springtouw. Uitbreidingsset.
Vijf dagen voor het afdalen sprak Ian zijn buurman Manuel, die zijn bunker al maanden klaar had, maar weer aan het scheppen was geslagen.
- I: Toch nog die extra kamer?
- M: Ik ben John Lennon aan het begraven. Na het uitlaten gister ging hij zoemen en braken. Vandaag was het ineens gedaan.
- I: Sterkte. Hoe gaan Moniek en Eva?
- M: Moniek is muntjes aan het verzamelen. We verwachten met Eva de komende maanden nog wel een aantal keren de tandenfee. Verder zijn we klaar om af te dalen.
- I: Het komt eraan.
- M: Ian, hoe lang zitten we daar?
- I: Ik ben maar een simpele IT’er.
Tijdens zijn wandel naar de winkel zag hij dat een vrouw met de zalmroze kringen afgevoerd werd. Hoewel de lokale besmettingsgraad laag was, werd iedereen wel geacht beschermende kleding te dragen. De oorzaak van de kringen was nog niet goed achterhaald, al had het zeker (leek het, dacht men, was in ieder geval geconstateerd in Zuid-Amerika) met de warmte te maken. Of met de straling. Of de combinatie. Wat er gebeurde: Je kreeg kringen die als lapjes stof op de huid geplakt leken, die de zuurstof uit het bloed trokken en de stem sterk verbogen. Door de moeite met praten en het snelle overlijden was concrete informatie over het beloop moeilijk te verkrijgen.
Gasaansteker, thermometer, Rubik’s Cube, houdbare melk, tweede pyjama, filter voor het schaarse regenwater, pennenverzameling, kokoskoeken, boek met oude stadskaarten, sleutels van het huis en de Fiat. Star Trek mok. De reservebos.
Een dag voor het afdalen vond Ian Peet opgekruld in een hoek van de bijkeuken. Zijn schubben hingen slapjes aan zijn haast levenloze lichaam. Ian bracht Peet alvast naar het ondergrondse terrarium en dacht aan John Lennon.
De dag van afdalen was niet van tevoren bepaald, maar het luchtalarm liet weten hoe laat het was. Toen Ian het luik volgens de voorschriften dichtdeed, sprong als vanzelf de tl-balk aan.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.