papieren helden

Petra Ardai

Petra Ardai
© Áron Süveg

Ik voel mij zelden 'kunstenaar'. Er zijn momenten van kunst in mijn leven, net als momenten van liefde. Misschien is het met 'kunstenaar zijn' net als met dronken mensen. Als je echt dronken bent, kan je dat ook niet over jezelf zeggen. 'Kunstenaar zijn' is een statisch begrip, theater maken is actie. Dat ligt mij meer. Ik ben 24/7 theatermaker.

Mijn moeder was actrice en ging meerdere malen dood op toneel, dus toen ze uiteindelijk op mijn 7de echt overleed, wist ik niet of dit nou gespeeld was of niet. Wat ik wel begreep was dat verhalen tot leven gewekt kunnen worden en dat mensen vol verhalen zijn die wachten om verteld te worden. Ik begreep ook dat er weinig verschil is tussen wat echt is en wat verzonnen, tussen het tastbare en het onaanraakbare. Ik heb later geleerd dat verhalen macht hebben, dat ze mensen tot elkaar kunnen brengen maar ook uit elkaar drijven. Ik begreep hoe kwetsbaar ons eigen verhaal is en hoe wanhopig we naar aansluiting zoeken bij het verhaal van anderen.

Ik luister naar het persoonlijke, kleine, onaffe, zoekende verhaal van mensen. Ik verzamel korrels van levens. Ik wil het verborgen gemeenschappelijke ontdekken en zoek naar datgene wat ons bindt. Het is één continue beweging tussen mij, de ander en de wereld. Wie ben ik, wie ben jij en wat doen wij hier?

Bij mijn voorstellingen twijfelt het publiek vaak over wat echt is of niet. Ze vragen zich af of het in scène is gezet, maar ze zien ook dat er geen trucjes worden toegepast. Mensen gaan na onze voorstellingen vaak anders kijken naar hun omgeving, naar de stad, naar de weg die ze elke dag bewandelen.

Ik ervaar de wereld om mij heen als een theaterstuk. Het ene verhaal volgt op het andere en houdt nooit op. Ik sluit mijn ogen en het gordijn gaat dicht. En dan open ik mijn ogen en het schouwspel begint. Mijn lichaam is de rand van het toneel. Ik ben de toeschouwer, maar doe ook mee. Ik word geraakt door de veelzijdigheid, de dynamiek, het drama, de komedie, de gruwel en de fijnzinnigheid die mij passeren. Het is zo intens en veel dat ik het niet kan vatten. Ik maak theater om de tijd stil te zetten om beter naar elkaar en de wereld te kunnen kijken en luisteren. Het theater waarin ik het publiek ontvang kent geen muren, ook al is het in een theaterzaal.’ Petra Ardai

Petra Ardai (1967 Boedapest, Hongarije) is theatermaker, docent en schrijver. Zij is artistiek leider van het kunstenaarscollectief SPACE, geworteld in Amsterdam en Boedapest. Petra studeerde aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Dartington College of Arts in Engeland en behaalde haar MA aan Das Arts, Advanced Research in Theatre and Dance Studies. Ze is als gastdocent verbonden aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Zij is adviseur bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst en werkt samen met verschillende universiteiten. Ze maakt toegankelijke scenario’s voor wetenschappelijke onderzoeken o.a. voor de VU Living Lab, een stadslaboratorium voor crisisbeheersing en burgerparticipatie in Amsterdam. Petra is medeoprichter van Plurality U+, een wereldwijd netwerk dat de verbeelding mobiliseert om inclusieve en duurzame toekomstscenario’s te bedenken.

Petra maakt documentaire theater in diverse media. Haar projecten bevinden zich op de grens van fictie en werkelijkheid waardoor complexe maatschappelijke thema’s op speelse en onconventionele manier worden doorgrond. Onderwerpen als Europese identiteit, migratie, klimaatverandering en digitalisatie worden via de politiek van het persoonlijke dichtbij gebracht. Petra stelt zichzelf, haar medemakers en het publiek de vraag: Wat als dit ons zou overkomen? Wat zouden wij in die situatie doen?

Haar nieuwe project is Rehearsing The Revolution. Elke revolutie begint in de verbeelding. Een revolutie is een bewust ingezet systeem verandering dat zelfs aan een keukentafel kan ontstaan. Het is niet gemakkelijk om te durven veranderen. Het beste en meest veilige oefenruimte hiervoor is een theater.

‘The spectator assumes the protagonist role, changes the dramatic action, tries out solutions, discusses plans for change – in short trains himself for real action. In this case, perhaps the theatre is not revolutionary in itself, but it is surely a rehearsal for the revolution.’
(1974 Augusto Boal: Theatre of the Oppressed)

Website: spaceexplorers.nl

,