papieren helden

FB

Moederdag

Als je erom vraagt, maken ze in dit restaurant een broodje hamburger en friet voor de kinderen. Het komt niet uit de diepvries. De twee meisjes mogen het af en toe best eten van Hugo.

Ze doen het goed, vindt hij. Ze zitten rechtop, maken geen lawaai. Menig ouder kan er een voorbeeld aan nemen, want het begint altijd bij de ouder.

Aan de gedekte tafel wegen de meisjes het grote bestek. Het mes balanceert tussen hun vingertjes.

‘Ik kan dat niet, pappa,’ zegt de jongste meteen.

‘Natuurlijk wel, want je bent een grote meid.’

Als Hugo zijn vrouw Elisabeth haar zin had gegeven, hadden de meisjes vanavond in een fastfoodtent gegeten, met hun handjes in bakjes van karton.

Hij had zijn vrouw leren kennen op het Zomertoernooi. Ze was niet het lekkerste wijf van haar team. Het lekkerste wijf was altijd voor Jur.

‘Als keep kan ik alleen buiten het veld scoren’, zei Jur altijd.

Hugo volgde Elisabeth door het clubhuis, ging naast haar staan bij de bar. Ze trok haar sokken omhoog. Hij raakte haar dijbeen aan. Ze zei er niets over.

Het was niet comfortabel op Elisabeth’s eenpersoons bed. Hij lag deels over de matras. Het elastiekje zat niet meer in haar haar. Met zijn getuur probeerde hij de klitten en knopen te ontwarren. Ze moet het hebben gevoeld, want ze werd wakker en draaide zich om. In haar gezicht zaten vouwen, haar neus was langer van dichtbij. Ze rook naar zweet en naar lauw bier. Hij had haar niet meer gezoend, was opgestaan en ging op zoek naar de douche. Met nat haar kocht hij bij de dichtstbijzijnde bakker croissantjes. Hij moest het goed maken. Voordat hij naar zijn eerste AB-feest mocht, had zijn moeder hem op het hart gedrukt: ‘Doe niet dat, waarvan je niet wil dat het je zusje overkomt.’

Soms vergat hij zijn moeder. Dat deed hij niet expres.

Terug in de studentenkamer, geurde Elisabeth eveneens naar shampoo. Ze zette goede koffie, was intelligent en had gevoel voor humor. Hugo was het niet van plan geweest, maar nam nog een croissant. Elisabeth was serieus relatiemateriaal. Hij was bijna klaar met zijn studie en zijn vrienden vonden haar een goed wijf.

Hugo wil niet aan zijn vrouw denken. De meisjes denken ook niet aan haar. Nauwlettend bewegen ze hun kleine armen, hun polsen, hun handen. De oudste zet haar vork in het broodje. Er glijdt tomaat uit. Met het mes scheurt en zaagt ze. Als ze een deel naar haar mond tilt, valt het onderste stuk. Ze kijkt omhoog, naar Hugo.

‘Het is OK. Gelukkig heb je een servet op schoot.’

De jongste prikt een paar keer mis voordat ze een stuk patat aan de vork heeft zitten. De tanden krassen over het bord. Ze tilt haar rechter elleboog omhoog, hangt schuin naar links en dipt de friet in het bakje mayonaise. Ze is drie.

‘Goed zo, meisje.’

Het is een kwestie van motorische vaardigheden en techniek, denkt Hugo.

‘Op het feestje van Mira aten we de friet met onze handen’, zegt de oudste.

‘Wij willen omi toch laten zien dat jullie knappe meisjes zijn?’

Ze knikken allebei en concentreren zich opnieuw op hun eten. De oudste heeft haar broodje hamburger bijna op. Die van de jongste ligt nog onaangeroerd op het bord. Ze eet liever eerst haar friet. Het restaurantbestek is veel zwaarder dan de vork en de lepel waarmee de meisjes thuis leren eten, en het mes waarmee Elisabeth snijdt. Hij weet dat. Zijn moeder heeft zilveren bestek.

Hij zat in de derde of vierde klas, toen zijn moeder liet weten dat ze zijn vlees niet langer zou snijden. Hij had geschreeuwd en gehuild. Uiteindelijk pakte hij het stuk op en beet er een hap vanaf. Zijn moeder had het vlees uit zijn handen getrokken.

‘Jammer’, zei ze. ‘Ik had gehoopt dat je een grote jongen zou zijn.’ Ze legde haar handen over de zijne en samen sneden ze het vlees. De laatste reepjes maakte hij zelf.

‘Dit is een bijzonder moment’, zei zijn moeder.

Het vlees was koud en taai geworden en het duurde lang voordat Hugo klaar was met kauwen. Al die tijd keek hij naar zijn moeder, wiens mondhoeken omhoog krulden.

Morgen eten ze bij zijn moeder. Hij zal zeggen dat ze de meisjes het tafelzilver kan geven. Ze zullen hun eigen vlees snijden. Hugo houdt van zijn moeders glimlach.

De jongste duwt haar bord over het tafellinnen. ‘Ik hoef mijn broodje niet. Ik heb geen honger meer’, zegt ze.

‘Ik heb ook geen honger meer’, zegt de oudste.

Elisabeth was erop tegen; -mijn kinderen hoeven dat nog niet - we gaan gewoon naar de Mac – jij bent precies je moeder. Ze zei het buiten tegen hem. Hij tankte, de meisjes zaten in de auto. Terwijl Elisabeth binnen aan het afrekenen was, voerde hij het adres van het restaurant in de TomTom, reed het terrein van het benzinestation af en voegde in op de snelweg.

‘Waar is mamma?’ riep de jongste.

‘Pappa, je vergeet mamma!’ De oudste klonk nog paniekeriger.

‘Mamma moet even alleen zijn.’

Hij zette Frozen op. Niemand zong mee.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,