papieren helden

FB

Waar de aarde de lucht kust

Langzaam maar eerbiedig verzamelen de mannen van onze gemeenschap zich rond het lichaam van mijn vader, gehuld in het zuiverste witte linnen zoals de traditie voorschrijft. Elk gebaar is doordrenkt van respect en toewijding terwijl ze zijn lichaam voorbereiden op zijn reis naar het hiernamaals. De lucht is vervuld van de geur van wierook en door de ruimte echoën fluisteringen van gebeden, verweven met het zachte snikken van rouwende familieleden.

Bedachtzaam en zorgvuldig tilt een groep mannen zijn lichaam op de schouders, als een laatste eerbetoon aan een leven vol betekenis en liefde. Langzaam zet de stoet zich in beweging, geleid door de imam, wiens stem de stilte doorbreekt met verzen uit de heilige koran. Terwijl de stoet zich voortbeweegt door de straten van ons dorp, lijkt de wereld heel even stil te staan uit respect voor het verlies dat we delen. De zon werpt haar stralen over de menigte, als een laatste groet aan zijn ziel die naar het licht is teruggekeerd.

Nadat de dood van mijn vader was vastgesteld, begon het minutieuze proces van de rituele wassing, een heilige taak uitgevoerd door naaste familieleden en medegelovigen van hetzelfde geslacht. Met de grootste zorg en eerbied werd zijn lichaam gereinigd, elke handeling doordrongen van de diepste betekenis van zuivering en respect. Het zuivere water stroomde over zijn lichaam, terwijl gebeden voor vergeving en genade werden gefluisterd, als een laatste eerbetoon aan hem en alle zielen die hem waren voorgegaan. In deze heilige handeling werd hij voorbereid op de reis naar het hiernamaals, een reis die door geloof en gebed zou worden begeleid.

Na de voltooiing van de rituele wassing verzamelden velen zich voor het Djanazah-gebed 1. Iedereen in wudu 2. In de richting van Mekka staand, verenigd in gebed, de harten vervuld van hoop op genade en vergeving voor mijn vader en alle zielen die zijn heengegaan. Geleid door Imam Cheikh, één van mijn vader oudste vrienden, vormde dit gebed een laatste eerbetoon aan hem, een moment van verbondenheid en spirituele kracht te midden van het verdriet en de rouw.

Naarmate de stoet zich verder beweegt richting de begraafplaats, blijven de vrouwen achter op de plek waar ze zich hebben verzameld. Hun gezichten vertonen sporen van verdriet, maar stralen tegelijkertijd de kracht van ons gezamenlijk geloof uit. Elk gebaar, elke zucht, elk gezamenlijk gebed vormt een eerbetoon aan mijn vader en aan de diepgewortelde tradities die onze gemeenschap verbinden. De oudere vrouwen, verzameld in gebed, hun stemmen vermengd met het zachte geruis van de wind en het geluid van huilende kinderen.

Terwijl de mannen hun taak vervullen, bereiden de jongere vrouwen zich voor om de gemeenschap te verwelkomen die na de begrafenis zal samenkomen. Met bedachtzaamheid en zorg beginnen ze aan de voorbereidingen voor het eten, wetende dat er na de ceremonie behoefte zal zijn aan troost en voeding voor zowel ziel als lichaam. Ze delen verhalen, lachen door hun tranen heen en delen de last van het verlies.

De vrouwen vervullen hun rol als brengers van troost en verzorging.

Met een loodzwaar gevoel in mijn borst en tranen die mijn zicht vertroebelen, verlaat ik het gezelschap van mijn zussen. Mijn vader, de man die mij alles heeft geleerd wat ik weet. Die mij elke ochtend begroette en elke avond naar bed stuurde met een gebed dat mijn ziel troost bood. De man die zonder woorden mijn diepste gevoelens begreep. Die mij altijd aanmoedigde, ongeacht wat ik deed. De man die mij zag, zelfs in een huis vol ruis. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om hem alleen naar zijn laatste rustplaats te laten gaan, ik wil hem zien, zo ver als kan.

‘mangui ñowat 3,’ fluister ik tegen mijn zussen, terwijl ik opsta. Mijn traditionele kleding zit te ruim en voelt ongemakkelijk aan, maar rennen moet nog lukken. De heuvel, daar moet ik heen, daar kan ik hem zien. Ik schop mijn slippers uit, trek snel mijn basketbalschoenen aan en haast me het huis uit. Mijn moeder roept mijn naam een paar keer, maar haar stem lijkt slechts een verre echo. Ik ren zo snel als ik kan, mijn ademhaling zwaar, mijn hart bonzend van verdriet. Elke stap voelt als een worsteling door een moeras van herinneringen, mijn ziel getrokken naar de diepten van mijn verlies. Mijn voeten lijken vast te zitten in de kleverige modder van mijn verdriet, maar ik blijf gaan. De heuvel lijkt verder weg dan ooit, elke stap gezet met de herinnering aan mijn vader als mijn kompas, zijn liefde als mijn brandstof in deze duistere nacht van mijn ziel.

Uiteindelijk, na een eeuwigheid van zweten en zwoegen, bereik ik de top van de heuvel. Mijn ademhaling komt in zware, hijgende snikken, mijn lichaam trilt van uitputting en verdriet. Maar hier, vanaf de heuveltop, zie ik de stoet zich voortbewegen naar de begraafplaats. Mijn vader, gehuld in het zuiverste witte linnen, lijkt boven de aarde te zweven, omringd door mannen die zijn lichaam dragen als een kostbare schat.

Een traan rolt over mijn wang terwijl ik toekijk, mijn hart verscheurd door de afstand die ons scheidt. Ik buig mijn hoofd en sluit mijn ogen, mijn lippen prevelend in stil gebed voor mijn vader. En hoewel ik weet dat ik hem nooit meer zal kunnen omhelzen, voel ik zijn liefde als een bries die door de lucht strijkt.

‘Umi, yay djoy nonú? 4Tonton Mansour verscheen als een figuur uit een ver verleden. Zijn aanwezigheid vol van rust en wijsheid. Zijn gezicht, doorleefd door de jaren, was helder en kalm. Hij was een christelijke vriend van mijn vader. In een gemeenschap waar religieuze verschillen soms tot verdeeldheid leidden, waren zij een voorbeeld van harmonie en wederzijds respect. Mijn vader, een vrome moslim en Tonton Mansour, een toegewijde christen, hadden een vriendschap die de barrières van geloof oversteeg. Ze hadden samen vele uren doorgebracht, pratend over hun geloof en over het leven. Hun wederzijdse respect was iets wat iedereen kon zien.

Zijn woorden doorbraken de stilte als een briesje dat door de bomen fluistert. ‘Sama doom 5,’ sprak hij, zijn stem warm als de eerste zonnestralen van de ochtend, ‘je vader was een grote man. Voor hem hoef je niet verdrietig te zijn, dat weet je.’

Hij had gelijk, papa was niet bang om te gaan, dat zei hij altijd. Hoe gek het ook klinkt, hij was klaar om zijn maker te ontmoeten. Hij had zijn taken vervuld en wat hem te wachten staat is niets meer dan goedheid.

‘Ik ben eerder verdrietig voor mezelf dan voor hem,’ zei ik, mijn stem zacht en gebroken door de emotionele storm binnenin, die voelde alsof een deel van mijzelf met hem was vertrokken, een deel dat ik nooit meer terug zou krijgen.

Tonton Mansour knikte begrijpend, zijn ogen vol mededogen terwijl hij mijn verdrietige blik ontmoette. Het is logisch om verdrietig te zijn,’ zei hij met een geruststellende toon. ‘Het verlies van een vader is als het wegvallen van een sterke eik in het bos. Maar weet dat zijn geest voortleeft in de herinneringen die je koestert. En jij, jij draagt zijn erfenis in je hart.’

Zijn woorden, als een zachte streling die troost bracht temidden van de storm. Ik voelde me omhuld door zijn wijsheid en de warmte van zijn genegenheid. In die kostbare momenten van gedeeld verdriet en begrip, voelde ik de last van mijn rouw iets lichter worden.

Tonton Mansour legde zijn hand op mijn schouder en keek me diep in de ogen. ‘Wees niet bang om te rouwen,’ zei hij met een glimlach die de pijn verzachtte. ‘Maar laat ook toe dat vreugde en dankbaarheid deel uitmaken van je herinneringen aan je vader. Want zijn leven was een geschenk voor ons allen.’

Met een knikje van dankbaarheid richtte ik me op, verlicht door de kracht van zijn woorden en de warmte van zijn aanwezigheid. Hij deed me aan mijn vader denken. Ze hadden allebei iets zachts maar toch ook iets strengs. Papa noemde het eerder reëel en niet streng. En de realiteit was soms hard, zoals nu.

Wanneer ik opkijk, richting de begraafplaats, zie ik hoe mijn vader voorzichtig de grond in wordt gelaten, op zijn rechterzij, met zijn gezicht naar de Ka’aba in Mekka. De imam spreekt zachte gebeden uit terwijl de aanwezigen hun tranen bedwingen. Langzaam maar zeker wordt de kuil gevuld met aarde, terwijl de gemeenschap zich verzamelt rond het graf om hun laatste eerbetoon te brengen aan mijn vader. In overeenstemming met de islamitische traditie wordt zijn lichaam zonder kist begraven, rechtstreeks in contact met de aarde, als een symbolische terugkeer naar de oorsprong.

Terwijl de laatste scheppen aarde op het graf vallen, voel ik een mengeling van verdriet en berusting. Met een laatste gebed en een laatste blik op het verse graf, draaien Tonton Mansour en ik ons om, wetend dat mijn vader nu rust in vrede, omringd door de liefde van zijn mensen en de genade van zijn Schepper. En hoewel de pijn van het verlies nog vers is, draag ik zijn geest met me mee, als een kostbaar geschenk dat me zal begeleiden op mijn reis door het leven.

1) het gebed van de overledene
2) Een staat van reinheid
3) Ik ben zo terug.
4) Umi? Huil jij daar?
5) Mijn kind

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,