papieren helden

FB

Is de ambulance gebeld?

Haar vingers glijden over de bovenkant van zijn hand. Ze voelen ruw maar ook troostend. Constant lispelt de vrouw woorden die klinken als toverspreuken. Bij het einde van elke zin knijpt ze even in zijn hand. Zijn ogen krijgt hij niet open. Hij wil iets zeggen maar de verbinding lijkt doorgeknipt.

‘Leeft hij nog?’

‘Nog wel,’ antwoordt ze. ‘Is de ambulance gebeld?’

Alle voetstappen eindigen rond zijn lichaam. Niemand zegt iets, behalve de vrouw. Zij blijft maar onverstaanbare woorden in zijn oor fluisteren.

‘Reageert hij ergens op?’ De stem klinkt zwaar doorrookt. Eerst hoort hij een snik dan een ontkenning.

‘Waar blijft toch die ambulance!’ schreeuwt dezelfde doorrookte stem.

Al het geluid valt weg. Alleen het gelispel van de vrouw klinkt als een kabbelend watertje.

Ze staan op een camping bij een riviertje. Zijn ouders zwemmen nooit, maar zijn broer, zus en hij zijn altijd in het water. Meestal zit hij aan de waterkant, omdat de stroming voor hem te sterk is. Soms zwemt hij met het water mee en voelt hij zich supersterk. De stroom versnelt tussen de pijlers. Onder de brug schreeuwt hij ‘Echo Calimero’.

‘Hij probeert iets te zeggen.’

De geur van ongewassen shirts. Het liefst zou hij iedereen wegduwen om frisse lucht te krijgen.

‘We raken hem kwijt!’

‘Waar blijft die ambulance toch verdomme!’

De vrouw naast hem begint zacht te zingen. Met twee handen houdt ze zijn hand vast. Hij voelt het, maar weet niet hoe hij moet laten merken dat hij het voelt. Al zijn spieren zijn verlamd. Hij voelt een scherpe pijnscheut onder zijn voeten.

Nadat hij met de stroom is meegezwommen, kan hij pas in de bocht, zo’n dertig meter verder, uit het water komen. Koud, zonder handdoek, loopt hij over het stenen strandje terug. De euforie is verdwenen als hij zijn handdoek om zich heen slaat.

Zijn vader heeft de vakantie in Saint-Étienne vastgelegd met een super 8-camera. Elk shot is maximaal zes seconden. Een filmpje heeft een lengte van drie minuten. Elke seconde telt acht plaatjes. Nog geen vijftienhonderd voor de hele vakantie. De scherpe stenen zijn niet zichtbaar op de film. Toch voelt hij ze nog steeds als hij er aan denkt.

Portieren gaan open en dicht. Twee nieuwe stemmen, een man en een vrouw. Zij vraagt of iemand weet wat er gebeurd is. Het blijft stil. Alleen hij zou moeten weten waarom hij hier ligt, maar alleen de paniek kan hij nog oproepen. De radeloosheid bedaarde pas toen de vrouw zijn hand aanraakte en begon te fluisteren.

Met broer en zus ligt hij in de vouwwagen. Het is de laatste nacht voor ze weer naar Nederland gaan. Hun eigen tenten hebben ze al afgebroken. Zijn ouders zijn even met de auto weg om wat eten te halen voor de terugreis. Door de open rits ziet hij Kimberly naar haar keukentje lopen. Ze is achttien en staat al de hele vakantie, met haar vriend Eelco, naast hen. Vanaf het eerste moment dat hij haar zag, is hij verliefd op haar. Haar pastelgele jurk wappert om haar bruine lijf heen. Alles aan haar is mooi.

Het duurt lang voor zijn ouders terugkomen. Misschien zijn ze wel verongelukt en ligt hij met broer en zus te wachten tot iemand komt zeggen dat ze dood zijn. Na het nieuws vraagt hij aan Kimberly of zij voor hem wil zorgen. Natuurlijk zal ze dat niet weigeren. Heel even voelt hij het ultieme geluk, maar dan slaat de beklemming toe. Stel dat het nu werkelijk gebeurd is, dan heeft hij het lot over zich afgeroepen en zijn door zijn wens zijn ouders dood.

Dan hoort hij de auto weer het terrein op rijden. Zijn moeder praat even met Kimberly en loopt dan naar de vouwwagen. Als ze de tent openritst, doet hij alsof hij slaapt.

Hij voelt zich zo moe. Hij moet denken aan Bill Murray die ergens in Tokyo met de veel jongere Scarlett Johansson in een hotelkamer ligt. Ze zijn uitgeput. Liefdevol houdt hij haar voet vast. Lost in Translation. Wat zou hij graag voor altijd haar voet vasthouden.

‘Heeft iemand hem nog bij bewustzijn getroffen?’

‘Ik denk het wel.’ Met haar ruwe hand aait ze zijn arm.

‘Maar u heeft hem niet gesproken…’

‘Nee, dat niet. Sinds u hier bent, heeft hij nergens meer op gereageerd. Hij ligt hier maar en niemand durft hem te beroeren.’

Haar stem klinkt als zijn moeder. Hij wil naar haar toe zwemmen. Niet gaan staan. Niet gaan staan. Op de bodem liggen scherpe stenen. Hij begint te zinken. De bodem stopt zijn wereld. Zelfs de hand van de vrouw voelt hij niet meer, terwijl hij zeker weet dat ze hem niet heeft weggehaald.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,