Ritueel
Als Eva het café binnenkomt, groet ze me niet. Ze loopt rechtstreeks naar een stapel kranten, wroet er onrustig door en kijkt dan zoekend om zich heen. Op een tafeltje bij het raam ligt, naast een leeg koffiekopje en wat kruimels, het Volkskrant Magazine. Eva pakt het op en neemt plaats op de stoel tegenover me. ‘Onze vaste plek is bezet,’ zeg ik, terwijl ik naar een bank in de hoek staar. Eva bladert doelgericht naar de rubriek over bijzondere relaties, ik lees een boek. In de witruimte tussen de alinea's voeren we een gesprek over het verschil tussen gen Z en millennials. Eigenlijk willen we een vakantie plannen.
Eva wil naar Berlijn en ik naar de natuur. Allebei zijn we niet zeker van onze zaak en staan we open voor andere opties. Omdat we er niet uitkomen, stelt Eva voor om een bedankkaart te sturen naar een Zweedse man in wiens tuin we elf jaar geleden hebben gekampeerd. ‘Als we het nu niet doen, gebeurt het nooit,’ zegt Eva. Op Google Maps zoeken we tevergeefs naar Zuid-Zweedse dorpen die met de letter B beginnen. Ik herinner me een aantekeningenboekje dat ons zou kunnen verlossen, maar ben sinds die vakantie al drie keer verhuisd. Buiten heeft een toerist zijn weekendtas op een skateboard gemonteerd. Hij trekt het gevaarte voort aan een touw alsof het een ezel is.
Als de toerist uit zicht is, bestellen we een cappuccino. De koffie is lauw en de melk is waterig. De muziek iets met gitaren. Eva vindt het afleidend, mij bevalt het wel. In het magazine staat een artikel van een oud-klasgenoot. Op basis van de inleiding walgen we van het stuk en haar zelfingenomenheid. ‘Ze is echt overal,’ zeg ik. Eva vertelt dat ze ook een goed beluisterde podcast heeft. We begrijpen er niets van, zo vernieuwend is haar boodschap nu ook niet, maar toch wil iedereen haar hebben. Ik begin te filosoferen over onze eigen podcast. We hebben al een naam, maar Eva wil gewoon kletsen en ik iets met een script. We komen er nu niet uit. Uiterlijk volgende week willen we een knoop doorhakken over onze vakantie.
*
Huisgenoot
Hij zat meestal op zijn kamer en had een heel duidelijke mening over Amersfoort. Volgens onze oude huisgenoot hoorde Amersfoort bij Gelderland en niet bij Utrecht. We hebben geprobeerd om meer te weten te komen over onze oude huisgenoot, vertellen we onze nieuwe huisgenoot. We hielden een glas tegen zijn muur, maar hoorden hem nooit telefoneren. We wachtten hem op bij de voordeur, maar hij kwam nooit. We voerden zijn naam in in een zoekmachine, maar dat gaf geen enkel resultaat. Nu hebben we een nieuwe huisgenoot en het enige dat we over zijn voorganger kunnen vertellen is zijn mening over Amersfoort.
*
In de trein
Een man in de trein leest een handgeschreven tekst die bijeen wordt gehouden door een plastic ringband. Hij zit in een vierzitsbank, ik hang er schuin boven, want de coupé is stampvol. De blokletters zijn regelmatig en staan recht naast elkaar op onzichtbare lijnen. Van linksboven tot rechtsonder zijn de A4’tjes gevuld met Engelse woorden, zonder witregels en zonder alinea’s. De letters zijn mat zwart, het document is een kopie. Het doet me denken aan een werkstuk van de basisschool, behalve dat we destijds al de computer gebruikten en bovendien is dit onmiskenbaar het handschrift van een volwassen mens. Een man, denk ik. Het heeft iets hoekigs. De lezer, die het boekwerk met twee handen omklemt, is van middelbare leeftijd, zeker niet stokoud, hij was hoogstens in de dertig toen de computer werd geïntroduceerd en daarvoor had je ook nog de typemachine. Hij is iets te zwaar en draagt een slobbershirt. Ik denk meteen: “Amerikaan” en kan die gedachte moeilijk van me afzetten. Ik zie twee opties: de man heeft de tekst zelf geschreven of iemand anders heeft dat gedaan. Optie 1: de Amerikaan is op vakantie in Nederland en leest in een stampvolle trein zijn eigen memoires. Voor het geval zijn tas op het station wordt gestolen, heeft hij een kopie mee. Wat ik niet begrijp: waarom staan er geen rode penstrepen in de tekst of tenminste iets met potlood? Dit is toch niet de definitieve versie? Optie 2: De Amerikaan heeft het document, kort voor zijn vakantie, van iemand anders gekregen. Kijk er eens naar, laat weten wat je ervan vindt. Alleen, zou niet iedereen zeggen: dat doe ik graag, maar kun je het niet gewoon uittypen? Dan hoef ik ook niet dat hele boekwerk mee te slepen. Feedback zet ik in ballonnetjes in de kantlijn. Dat is niet gebeurd. Dus wie heeft dit document geschreven? Het moet zijn zoon zijn. Voor je eigen kinderen maak je altijd een uitzondering. Het is handgeschreven, maar dat maakt het authentiek. En mijn zoon schrijft zo duidelijk en ik ben benieuwd naar zijn tijd in Afghanistan, daar is vast een hoofdstuk aan gewijd. En ja, alinea’s en tussenkopjes zouden de leesbaarheid ten goede zijn gekomen, maar dit heeft ook wel wat, een beetje zoals het leven zelf, dat gaat ook gewoon door, daar heb je ook geen pauzes om even op adem te komen. En nu zit ik in de trein, en het is erg druk hier, “spits” noemen ze dat geloof ik, maar ik heb een stoel, en ik schuif het nu al een tijdje voor me uit, want ja, hoe heeft hij de scheiding ervaren, maar goed, ik heb de tijd nu, dus laat ik Ethans memoires er maar eens bijpakken.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.