papieren helden

FB

Loslaten

Kerkplein is een van de weinige plekken waar je goed kan skaten. Op de treden van de Republic bank kan je goed sliden. Op het pleintje voor de achthoekige Hervormde kerk kan je toffe ollies en flips doen. De straat is mooi glad dus kan je lekker landen.

Ik ben er als eerste op zaterdagmiddag. De zon is fel, dus ik neem plaats op een van de betonnen banken onder de boom op het Kerkplein. Het is rustig. Burger King aan de overkant heeft maar twee klanten voor de drive thru. Uit mijn ear phones blaast muziek van de metalband Luguber. Ik bekijk mijn skateboard. Aan de onderkant zijn er verschillende stickers geplakt. Aan de bovenkant moet ik een nieuwe laag griptape plakken. De plank heeft een kleine scheur. De banden moet ik ook vervangen. Ik heb het board als zo'n drie jaar, het heeft al vele stoten en vallen meegemaakt, maar doet het nog goed. Mijn broer kocht hem voor mij in Amerika. Iedereen zegt mij om een andere aan te schaffen. Maar ik kan het niet zomaar aan de kant zetten, al wordt het steeds moeilijker om erop te skaten. Ik probeer zoveel mogelijk in mijn vrije tijd te skaten. Het is een zalig gevoel om op je board te rollen over het asfalt. De wind door je haren. De juiste balans aanhouden op je plank. Voor dat moment vergeet je even alle issues van het leven. Het is jij en je board. Alleen.

Ik zie John en Ronnie vanuit de Lim A Postraat aankomen skaten. John heeft een zwart Metallica-shirt aan met baggy pants, Ronnie een rood shirt met het Flash-logo en een korte cargobroek. Beiden hebben Vans gympen aan.

‘Klaar ervoor?’ vraagt Ronnie terwijl we elkaar onze speciale handdruk geven. John grinnikt en geeft me daarna ook een handdruk.

‘Zeker!’ zeg ik, maar het is een leugen. Ik heb James laatst gezegd dat ik een double kickflip kan. Hij irriteerde me met zijn opschepperij dat hij binnen korte tijd zichzelf een double kickflip had aangeleerd. Hij probeerde zo indruk te maken op Stephanie. Voordat ik het doorhad, schreeuwde ik dat ik ook een double kickflip kan. Hij wilde direct bewijs zien. De bewaker die ons wegjoeg van de plek, redde mij van een schande. Maar James zei dat bij de volgende ontmoeting ik moest bewijzen dat ik het kon. Vandaag dus.

‘Manne, je hebt echt een nieuwe board nodig,’ zegt Ronnie.

‘Deze doet het nog goed,’ zeg ik.

‘Ik ben al bang hoe ik ernaar kijk dat het al uit elkaar valt,’ zegt John.

‘Maak je niet druk,’ zeg ik.

‘Koop gewoon een nieuwe,’ zegt Ronnie.

Ik zie Stephanie aan komen lopen vanuit de richting van de bank in een driekwart jeans, een blauw shirt en een beanie. Ze heeft Etnies gympen aan. Sinds enkele weken vind ik dat ze veranderd is. Niet haar krullend haar of groene ogen of bruin gezicht. Dat is nog steeds hetzelfde. Maar er is iets anders. Als ze met mij praat, borrelt er iets in mijn buik. Mijn handen beven en het lijkt alsof ik niet goed kan ademen. Vreemd. James zijn vader heeft hem een lift gegeven. Ik zie hem uit zijn vaders Rav4 springen bij het parkeerterrein van het reisbureau. Hij komt aanlopen met een nieuw skateboard. Als ik had gedacht dat hij was vergeten wat ik laatst had geschreeuwd, heb ik het mis.

‘Vandaag wil ik kickflips zien jongens!’ zegt hij wanneer hij bij ons is gearriveerd. ‘En die double kickflip van Max.’

‘Yes!’ zegt Ronnie en geeft hem een boks. Ik geef hem een knik.

‘Ik doe helaas niet mee,’ zegt Stephanie. ‘Een beetje last van mijn linkerenkel.’

‘Hopelijk wordt het gauw beter,’ zeg ik. Ze glimlacht.

‘Laten we beginnen,’ zegt John. Om de beurt springen we van het betonnen pleintje naar de straat. De board van John vliegt van zijn voeten in de lucht weg. Ronnie landt maar verliest controle en moet van zijn board afspringen om niet te vallen. James landt feilloos. Ik trek de veters van mijn Converse-gympen wat strakker. Ik adem in. Ik stoot af met mijn board en spring ermee de lucht in. Daar flip ik hem een keer en land op het asfalt. Ik wankel, maar blijf godzijdank op mijn board. Ik blaas uit. Wanneer ik weer bij de anderen ben, zegt James: ‘Doen we nu een double kickflip?’

Ik kijk naar de anderen en dan naar Stephanie. Ze trekt haar wenkbrauwen op. Ik knik.

‘Nice,’ zegt James. ‘Ik zal eerst gaan.’ Hij stoot af, springt van het pleintje en in de lucht flipt hij zijn board, een, twee en landt. Hij wankelt, maar blijft op zijn board.

‘Ready?’ vraagt John en geeft mij een schouderklopje.

Ik zucht en zet af. Ik adem diep in en spring van het pleintje. In de lucht flip ik de board met mijn voeten, een keer, twee keer, ik kan er nog een doen en flip het nog een keer. Ik kom neer op het asfalt en kijk naar de verbaasde gezichten van John, Ronnie en James. Ik kijk naar Stephanie die uitbundig lacht. Dan voel ik hoe mijn bord onder mijn benen wegglipt. Alles gebeurt vertraagd. Mijn benen gaan de lucht in. Iedereen gaat mij uitlachen. Ik probeer iets vast te grijpen. Ik maak mijn ogen dicht. Geef mij over aan het universum. Ik hoor een stem.

‘Ik ga je nu voorzichtig loslaten.’

Mijn broer en ik zijn voor ons huis in de namiddag op de straat die helemaal uitgestorven is. Hij leert me skaten. Terwijl ik op het board balanseer, trekt hij mij rustig mee. Ik kijk naar het board en naar hem. Ik twijfel of mijn benen beven van het balanseren of van de zenuwen.

‘Nee laat me niet los. Ik ga vallen.’

‘Rustig broertje,’ zegt hij. ‘Je kan het en als je valt, is het ook niet erg, dan sta je gewoon weer op.’ Hij laat me langzaam los. Ik ga vooruit, trillend op mijn board. Ik kijk naar hem en lach, ik kijk weer naar mijn board en dan weer in zijn richting, hij is er niet meer.

‘Laat me niet alleen,’ zeg ik.

‘Je hoeft je geen zorgen te maken, je bent niet alleen,’ hoor ik hem fluisteren.

Mijn lichaam raakt het asfalt en komt erop tot stilstand. Ik blijf roerloos liggen. Ik voel iemand mijn hand pakken. Ik maak mijn ogen voorzichtig open. John, Ronnie, James en Stephanie kijken mij aan. Stephanie houdt mijn hand stevig vast.

‘Gaat het?’ vraagt Ronnie.

‘Je bent goed geland, maar toen verloor je controle,’ zegt John.

‘Geen hersenschudding?’ vraagt James.

Stephanie helpt mij overeind. ‘Je liet me schrikken,’ fluistert ze.

‘All good,’ kalmeer ik iedereen.

‘Dat was waanzinnig,’ zegt James. ‘Een triple kickflip. Je durft.’

Ronnie brengt mijn board dat doormidden is gebroken. Mijn ogen vullen zich met tranen. Ik neem het van hem aan. Ik kijk ernaar en zucht. Misschien kan ik het in het midden nog tapen? Of met kleine spijkers vastmaken? Dan is het nog goed. Nee, het kan niet meer gemaakt worden.

‘Je kan mijn oude board overnemen,’ zegt James. ‘Het is geen probleem. Hij is nog goed.’

Ik kijk hem aan en kan nog een kleine glimlach toveren.

‘Kom laten we even zitten op de bank,’ zegt John.

We lopen terug naar het pleintje. Stephanie houdt nog steeds mijn hand vast.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,