‘Hier neem ook een trek!’ Het was zaterdagmiddag en ik kreeg een joint in mijn hand geduwd die net was rondgegaan. Was dit dan het moment? Ik wist dat ik er ooit aan moest geloven. Iedereen van mijn vrienden deed het. Ik heb alleen het geluk gehad dat ik er nooit eerder zo mee geconfronteerd werd. Tot nu. Zou ik? Nee. Als ze er thuis achter zouden komen dan zwaaide er wat. Mijn vader is een rustige man, alleen dan zou het huis te klein zijn. Mijn moeder zou het helemaal niet begrijpen. Hoe vaak zij het schrikbeeld wel niet had opgeroepen over schooluitval en drugsgebruik met alle ellende van dien. Toen we bij maatschappijleer verplicht naar de film van Christiane F moesten kijken en zij daar lucht van kreeg had ze me al gewaarschuwd: ‘Blijf weg van de drugs jongen!’ De drugs, ook echt. Alsof de joint die ik nu vasthield hetzelfde was als de spuit die Christiane F als heroïneverslaafde in haar onderarm plantte. Wat wist zij nou? Voor haar waren drugs maar een abstract begrip dat ze alleen kende uit de krant of van TV. Dit was live voor mijn ogen in de vorm van een onschuldig stickie. Ik associeerde dit in de verste verte niet met het ellendige leven van de uitgemergelde heroïnejunk in de film. En mijn vrienden hadden zo te zien door alle vreetkicks die ze na het roken kregen ook nog genoeg vlees op hun botten. Er kon niks misgaan.
Ik keek naar de joint. En hij keek terug. Zou ik? Ik moest het toch een keer proberen. Een klein trekje zou toch geen kwaad kunnen? Niemand die me zag. We stonden met zijn vieren in een steeg achter de automatiek aan de Marktstraat ver weg van het winkelend publiek. Vier zestienjarigen in de bloei van ons leven. Ik keek nog een keer over mijn schouder om zeker te zijn dat er toch geen bekende voorbij liep met zijn boodschappen onder zijn arm. Een paar meter van me vandaan schrok ik van een kleine man met een jagershoedje. Hij leek op één van de collectanten uit de kerk. Nauwgezet volgde ik hem met mijn ogen totdat hij dichtbij genoeg was om hem te herkennen. Hij was het gelukkig niet. Zou ik? Nu dan? Het was al te laat. Zonder verder na te denken zette ik het stickie aan mijn mond. Ik schrok van mijn eigen vastberadenheid. Zelfs de natte lippenplek aan het uiteinde, van iedereen die er voor mij aan gezogen had nam ik voor lief. Het was nu of nooit. Als een geoefend blower nam ik een flinke trek. Ik zag de top vuurrood worden. Mijn hart klopte op topsnelheid ook al deed ik alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Gelukkig merkten ze niets. Ik voelde de rook mijn mond binnenstormen, bewoog met mijn onderkaak en proefde de hasj op mijn tong. Het smaakte zoetig. Ik keek naar de rest van de groep die om me heen stonden. Ramon, stond links en rechts van mij Randy en Ryan, twee maties uit de breakdancegroep met wie ik in het buurthuis hing. Omdat ik niet kon dansen begeleidde ik hen met mijn raps, iets wat me een stuk beter afging. De vierde jongen had ik wel eens gezien op koopavond. Ik wist niet hoe hij heette. Ramon keek me hoopvol aan, alsof hij zeggen wilde; ‘yes man. Je eerste joint.’ Ik blies alles weer uit en voelde niks. De steeg vulde zich met een grijze walm. Was dit nou alles? ‘Je moet wel inhaleren,’ zei Ramon. ‘Kijk.’ Hij plukte de joint uit mijn hand en nam een flinke hijs. De top werd nog roder dan toen ik er net aan hees. Hij hield overdreven zijn adem in, stootte me aan en mompelde ‘Mmm,’ alsof hij wilde zeggen: ‘check; ik doe die shit wel voor.’ Hij knikte een paar keer met zijn hoofd om vervolgens in een sierlijke straal alle rook weer uit te blazen. Met het laatste beetje nog in zijn mond maakte hij ovale rondjes door zijn lippen te tuiten. Het zag er grappig uit. Hij leek op een van die vissen die in de hal van het buurthuis in het aquarium zwommen. Door met zijn ogen de rondjes te volgen keek hij een beetje scheel. ‘Zo doe je dat!’ zei hij. Hij hield de joint tussen duim en wijsvinger geklemd en gaf hem weer aan mij. Ik moest nog een keer. Het uiteinde was inmiddels nog natter. Ik deed alsof het me niets kon schelen. In gedachten vond ik het goor. De anderen keken me allemaal aan, in hoeverre ze daar nog toe in staat waren. Mijn hart ging als een achterlijke tekeer. Ik voelde alle ogen op mij gericht, nam een diepe haal en slikte in één keer alles door. Dat had direct effect; ik voelde zo’n zware druk op mijn borst dat alle rook in een reflex weer naar buiten ontsnapte, gevolgd door een flinke partij hoest. Het was zo heftig dat mijn lichaam er helemaal dubbel van sloeg. Achterin mijn keel bleef een kriebel hangen. Toen ik nog op atletiek zat hadden we een keer duurtraining gedaan waarna ik mijn longen letterlijk kon voelen. Dit gevoel was minstens twee keer zo erg. Het kwam van zo diep dat je er meteen misselijk van werd. Alsof je maag en je longen één groot aan elkaar vastgeplakt orgaan vormden en de onafhankelijkheid hadden uitgeroepen tegenover de rest van je lichaam. Het plotseling harde geklop aan de zijkant van mijn hoofd hielp ook niet echt mee. Iedereen barstte in lachen uit. ‘Ok dan!’ riep Ryan. Hij bracht zijn rechterhand omhoog met wijs en middelvinger gestrekt en liet ze een kwartslag vallen om kracht bij te zetten wat hij net zei. Ze konden niet stoppen met lachen. Ramon deed mij zelfs na waardoor het gelach alleen nog maar harder klonk. Tot tranen toe. Daar ging mijn reputatie als coole rapper. Ik heb geloof ik zeker wel tien minuten onafgebroken lopen hoesten. Het galmde door de steeg. Zo heftig dat iedereen die langsliep juist zijn hoofd richting ons draaide om te kijken waar dat geluid vandaan kwam. Die andere drie vonden het hilarisch en bleven minstens net zo lang in hun lachkick hangen. Of het nou door de hasj kwam of door mijn onbeholpen manier van inhaleren of een combinatie van die twee, ze bleven er maar in. Na een tijdje gaf Ramon me een boks. ‘Deze shit is niks voor jou broer,’ zei hij. ‘ Jij moet gewoon blijven rappen.’ Hij had gelijk. Ik heb daarna nooit meer geblowd. Voor een rapper had ik een misschien een goede flow, ik was veel te snel buiten adem.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.