Ik ben een bufferzone.
Ik groeide op in de Achterhoek – in een familie en omgeving van staalarbeiders, boeren, motorcrossers, en stropers. In mijn puberteit raakte ik in de ban van punkmuziek en linkse idealen, ik verhuisde naar de stad Utrecht en bevind mij sindsdien tussen twee werelden die elkaar maar moeilijk begrijpen. Twee werelden die ook vandaag nog vaak schreeuwend tegenover elkaar staan, terwijl beide kampen eigenlijk meestal dezelfde vijand hebben: een neoliberale overheid die dit land runt als een bv.
Ook Isa Keller, de hoofdpersoon uit mijn roman De Beesten, is – wat een toeval – zo’n bufferzone. Isa verruilt de meest beruchte familie van haar dorp voor de stad, en bevindt zich ineens in de krakersscene van de jaren 90, tussen punkers en activisten, opnieuw in een kleine gemeenschap vol eigenzinnige omgangsregels en dogma’s.
Mocht je net als Isa, onverhoopt, nog eens in een Utrechts kraakpand in het jaar 1995 komen te wonen, dan zijn dit waarschijnlijk de dingen die je leert.
Hoe je verbazingwekkend snel went aan de geur van schimmel.
Of hoe, als er iets in de afvoer of het zeepbakje of de trommel van je wasmachine ligt te bederven, je hele was daar op een gegeven moment naar gaat ruiken, al is het maar vaagjes.
Hoe die vage lucht in je shirt ineens muteert tot een heel duidelijk waarneembare stank zodra je begint te zweten, alsof je huidvocht de vermolmde moleculen op de een of andere manier losweekt of activeert of iets dergelijks.
Hoe je, als je maar lang genoeg datzelfde shirt draagt, van je eigen rotte zweetlucht gaat houden, het leert te omarmen als je persoonlijke pièce de résistance, vooral wanneer je in de supermarkt staat en iedereen je kwaad en kokhalzend aankijkt, alsof je rechtstreeks uit een vuilcontainer bent gekropen, en je dankzij die geur niet eens meer je middelvinger naar ze hoeft op te steken om te laten blijken wat je van de wereld om je heen vindt.
Hoe de sociale dynamiek van een kraakpand niet verschilt van die van een zuiptent – er wordt alleen minder bier gegooid.
Hoe een buizenversterker werkt.
Hoe er mensen bestaan die uren kunnen discussiëren of een band nou grindcore of screamo of mathcore of powerviolence of emoviolence, of toch gewoon deathmetal maakt.
Hoe die discussies heel af en toe kunnen uitlopen op heel echte gevechten.
Hoe mensen die zich weken niet hebben gewassen iedere elpee wel zorgvuldig reinigen met een static cleaner spray en een klein zwart borsteltje voor ze de arm van de platenspeler laten dalen.
Hoe MC5, MDC, DYS, SSD, DRI, RKL, TSOL, SNFU, NRA, NOFX, X, XTC, X-Ray Spex en The Ex allemaal bandnamen zijn waarvan men niet alleen verwacht dat je ze moeiteloos uit elkaar houdt, maar bovendien over elk van hen een duidelijke mening hebt.
(Hoe je, als de herrie je maar lang genoeg wakker houdt, vanzelf gaat ervaren dat je dronkenschap gestaag overgaat in een kater zonder dat daar enige vorm van slaap tussen zit. Hoe dat het ergste gevoel op aarde is.)
Hoe punks uit de jaren 80 een halve avond kunnen vollullen over hoe alles, de muziek en de mensen en de organisaties en de plekken, hoe alles tegenwoordig nep is en hoe het tien jaar geleden zoveel oprechter en echter en gevaarlijker was, terwijl punks uit de jaren 70 de halve avond roepen dat het in de jaren 80 al waardeloos was.
Hoe er kortom, waar je je ook begeeft en wat je er ook hoopte te vinden, hoe goed de bedoelingen van een collectief ook zijn en hoe ze met zijn allen ook anarchistisch altruïstisch activistisch pretenderen af te steken ten opzichte van andere groepen, hoe er op iedere plek wel een paar ontiegelijke etterzakken te vinden zijn.
De Beesten verschijnt op 3 november.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.