Op haar troon
God zit op haar troon en lacht. Niemand weet waarom ze lacht en ze wil het ook niet vertellen. De mensen vinden het niet leuk dat ze lacht en ze worden boos. Ze stampen en ze roepen en ze klimmen op haar reusachtige kleine teennagel, die ze de Mount Everest noemen, maar omdat dat kietelt begint God alleen maar harder te lachen, en ze wiebelt met haar voet, zodat alle klimmers van haar kleine teennagel op de grond glijden, en God roept: ‘Oh sorry! Ik wilde jullie geen pijn doen,’ en de mensen roepen terug naar boven dat ze het haar vergeven, maar God is alweer in de lach geschoten, en de mensen roepen naar boven: ‘Wij nemen onze vergeving terug!’ Dit is serieus, denkt God, maar dat helpt niet.
Daar
De zon scheen en we lagen languit op het gras in de binnentuin, met onze hoofden in de schaduw en onze voeten in de zon. Ze zei: ‘Als je hier drukt zal het daar pijn doen, maar als je daar drukt zal het overal heel aangenaam gaan voelen, let maar op.’ Ik drukte en ik lette op. De lucht was blauw en we hoorden de meeuwen roepen, want alle meeuwen waren naar de stad gekomen omdat er nergens anders iets te eten was. Ze zei: ‘Als ik mijn hoofd een beetje schuin houd en ik kijk door mijn oogharen dan zie je er best acceptabel uit.’ Ik bedankte haar voor het compliment en ik drukte hier, zodat het daar pijn zou doen.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.