papieren helden

FB

Krachtdieren

Het krachtdier van mijn kind is een konijn. Als ik midden in de nacht naar zijn ademhaling lig te luisteren, houdt een blauw konijn op een beker op de kast ons nauwlettend in de gaten. Op een hoger punt staat een knuffelnijntje voor zich uit te staren, ze draagt een jurk met de amandelboom van Van Gogh erop. Dit was het eerste cadeau van mijn kind, hij kreeg het toen hij min honderdeenentachtig dagen was. Wij pakten het uit en zetten het op een plank voor later. Inmiddels is het later, mijn kind rochelt in zijn slaap. In zijn hand klemt hij het grijze konijn waarvan we voor de zekerheid twee extra exemplaren kochten bij de Hema.

Het krachtdier van mijn moeder is een wolf. Het was een van haar collega's die als eerste zei dat ze mijn moeder op een wolf vond lijken. Jaren later zag mijn moeder in een winkel een kussen met een wolvenkop. Ze voelde een elektrisch stootje in het midden van haar borstkas, maar verliet de winkel zonder kussen. Anderhalf uur later bedacht ze zich en ging terug. Nu staat de wolf op de rij witte kledingkasten in haar slaapkamer. Mijn moeder en de wolf: het rennen in de roedel, de vonken van het vuur, de welpen en het huilen.

Het krachtdier van mijn vader is een luipaard. De katten die we vroeger hadden wilden nooit op schoot, behalve op de zijne: als hij eenmaal languit op de bank lag kwam hij er voorlopig niet meer af. Mijn vader heeft een keer gezegd dat de dag dat ik geboren werd de mooiste van zijn leven was. Het was de eerste van de driehonderdachttien dagen dat hij drie levende dochters had. Ergens in die tijd besloot hij ook dat hij gezond moest blijven en werd hij een hardloper die meedeed aan amateurwedstrijden.

Het krachtdier van mijn zus is een zeehond. In de zeehond die bij haar in bed sliep zat een opening met zachte badstof waar je een babyzeehond in kon stoppen. Mijn zus had van ons allemaal de grootste ogen en dat is nog steeds zo. Net als mijn vader kan ze zich 's nachts zorgen maken. Ze draait rondjes in haar bed terwijl haar man en dochter slapen en denkt aan de mensen die haar overdag vertelden over hun trauma's.

Het krachtdier van mijn andere zus was een schelp, het weke dier dat daarin huisde. De schelp is er nog, de binnenkant roze en glad, de buitenkant met ribbels waarover je met je nagel kleine schraapgeluidjes kunt maken. Houd ik mijn oor bij de schelp dan kan ik mijn bloed horen ruisen.

Mijn eigen krachtdier is een beer. Toen ik klein was hield ik onder elke arm een beer als ik ging slapen. Nu staat een beer van vroeger in de vensterbank van de kamer van mijn kind, ze houdt een heel klein beertje tussen haar met klittenband tegen elkaar geplakte voorpoten. Vroeger had ze er twee, maar eentje is verdwenen.

Het krachtdier van mijn man – hij is als enige in dit verhaal geen bloedverwant maar wel mijn erfgenaam, als ik eerder doodga zullen hij en ons kind mijn woordenboeken krijgen – het krachtdier van mijn man is een konijn. Toen hij jonger was, maar al wel volwassen, had hij een konijn dat de vulling van zijn bank opat. Nadat dit konijn was doodgegaan kreeg hij van zijn zus een konijn dat kon bewegen als je op een knopje drukte. Dit konijn verstopte hij achter de wc-pot van zijn ouders in de hoop zijn vader de dodelijkste vorm van kanker te laten overleven. Op de dag dat ik mijn man voor de zesde keer zag werd de kanker succesvol weggesneden. Honderdzeven dagen later vertelde hij me wat een krachtdier was. Nog driehonderdnegentig dagen later stak de kanker weer de kop op, nu in een long van zijn vader.

Mijn man en mijn kind zijn mijn enige twee levende geliefden met een krachtdier dat geen andere dieren eet.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,