Stel je voor dat je een middelgroot knaagdier bent, een cavia of hamster.
Houd je bovenlichaam licht gebogen en kijk van een afstand toe
hoe anderen het leuk hebben. Denk dan: zij zijn de mensachtigen.
Leer praten met vogels. Niet met invasieve exoten maar met een zwarte
kraai of spreeuw. Merk dat taal niet met woorden hoeft. Een wenkbrauw
optillen is voldoende.
Maak een verdwijnhoek in de woonkamer. Verstop je achter een palm of
lepelplant. Let op: laat je ledematen niet onnodig uitsteken. Dus niet dat
er ineens een teen zichtbaar is, of een stel vingers dat de nerven van
bruine bladeren aait.
Wat je beslist niet moet doen wanneer er mensen in de woonkamer zijn,
is vragen: ‘Kun jij mij de afstandsbediening aangeven? Of: ‘Mag ik een
bakje paprikachips?’ Nee: een kamerplant zegt niet voor niets niets.
Ben je in een winkelstraat? Zoek het verdwijnpunt in jezelf op. Houd je
adem stil als een broeierige poel in augustus. Kijk naar de grond, de ongelijkheid van de stoeptegels, kauwgomresten, snoepwikkels, mieren
die in tegengestelde richting lopen. Zie hoe een stadsduif tussen de
stenen scharrelt. Zijn hoofd een tikje schuin.
Knipper hem met je ogen gedag.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.