En toen zei hij: ik ga alle klassiekers lezen. De groten der aarde. Ik wil kunnen meepraten. Hoongelach. Akkoord, als doel op zich misschien wat knullig, maar het doel heiligt de middelen. Als ik ze daarmee allemaal gelezen krijg, nou, goed dan. Wat kan daar op tegen zijn? Al deed je het om er daarna de haard mee aan te steken. Gelezen is gelezen.
Maar, zo is het natuurlijk niet gelopen. Ik heb ze niet allemaal gelezen. Natuurlijk niet. Verre van. Ik ben er nooit echt aan begonnen. Ik was niet zo’n lezer, toen. Ik had andere dingen te doen. Ik had andere dingen te lezen. Ik begon eigenlijk pas echt te lezen toen ik begon te schrijven. Echt begon te schrijven. Schrijven met een doel. Jezelf vastleggen, waarachtig zijn en dat met een eigen stem te verwoorden.
Heb ik dan geen Grote Namen gelezen? Pogingen ondernomen? Ik heb een samenvatting van alle Shakespeares gelezen. In het Engels. ‘A brief guide to Shakespeare (without the boring bits)’. Door Peter Ackroyd. Handig overzicht van de gekende stukken. Goed geschreven. Ik ben ook naar Hamlet geweest, ooit. Bewerking door Hugo Claus. Controversieel, toen. Ik vond dat niet slecht.
Wacht eens. Schrijven? En je hebt nog bijna niks gelezen? Dat valt best mee. Ik heb wel wat gelezen. Maar de basis ontbreekt: Geen Grote Grieken. Geen Homeros, Sappho, Pindarus, Aeschylus, Sophocles, Euripides, Aristophanes, Herodotus, Thucydides, Heraclitus, Empedocles. Geen Plato, Aristoteles, Plutarchus. Wel de dierenfabels van Aesopus. En ‘Lucius: de ezel’, een bestiale schelmenroman van Lucianus. En de geestige satire ‘Hoe word ik een goed historicus’, ook van Lucianus (die mens ligt mij). ‘De wijsheid van honden’ (teksten van Griekse cynici). En ik heb over de Odyssee gelezen (Alberto Manguel). Én de magistraal helder geschreven drie delen van ‘De Grieken’ van Johan Boonen: ‘Bloed’, ‘Bestemming’ en ‘Oorlog’. En natuurlijk het lekker weghappende ‘De Griekse mythen’ van de populaire classicus Ilja Leonard Pfeiffer.
Niet gelezen qua Roemruchte Romeinen: Cicero, Horatio, Catullus, Vergilius, Seneca. Wel gelezen: Ovidius’ ‘Metamorphosen’, poëtische vertelling van de wereldgeschiedenis, ‘Satyrica’, hedonistische zedenschets van de Romeinse decadentie, door Petronius. En ‘Rubicon’ van Tom Holland, over het einde van de Romeinse Republiek. En ‘Dictator’ van Robert Harris, historische thriller over de opkomst van Caesar.
Mja. Het doet me wat denken aan de platencollectie van mijn ouders. Alle grote namen zaten erin: Beethoven , Mozart, Chopin, Brahms, Schubert, ik noem ze nu tot mijn eigen verbazing uit het blote hoofd, maar ik had er niks mee en ik deed er niks mee. Het speelde op de achtergrond. Meer niet. Ik had een kenner kunnen worden, van kleinsaf erin ondergedompeld, maar ik liet het passeren. Die Grote Schrijvers, ook zij liggen voor het grijpen. Maar je moet bijten.
Telkens ik, wat overdonderd, naar mijn eigen tekort kijk, besef ik: wellicht was het te weinig. En hoe langer je leeft, ik bedoel, hoe korter je tijd wordt, hoe meer ik besef dat ik het niet, nooit kan inhalen. Die tijd is weg. Maar zelfs al was alles te herdoen, wie zegt dan dat ik deze keer wél het lijstje af zou werken, mijn tijd nuttig besteden, fanatiek bijhouden wat ik al gelezen heb, met een stompje potlood titels afvinken. Al dat lege tijdverdijf, al die voorbije tijd, waarvan je niet weet hoe je daar in godsnaam je dagen mee hebt gevuld, hoe kon je toch zo oppervlakkig zijn? En wie zegt me dat ik het de volgende keer (welke volgende keer?) anders zou doen?
Wanneer ik het gewicht van dat tijdverlies en van mijn onoverzichtelijk leesgedrag overschouw, dan grijp ik bij wijze van troost graag terug naar de muziek. Daar ben ik beter in thuis. Ik heb er veel meer tijd en energie ingestoken. Die ontdekkingstocht was ook niet lineair, ook daar ontbreekt de basis, de logische opbouw, de grondlaag. Ik heb die ingang pertinent geweigerd. De muziek waar ik in thuis ben, grosso modo de twintigste eeuw, ook daar heb ik geen serieux getoond. En toch heb ik het idee dat het is goedgekomen, ik ben best trots op mijn smaak, op mijn parcours, op mijn inschattingsvermogen, weten waarom ik iets goed vind.
Nu heb ik dat ook wel met literatuur. Ik heb nogal snel een mening, dus ook over boeken, maar ik besef dat ik op dat terrein een leek ben, dat ik me op los zand beweeg, geen recht heb op meningen, want (te) weinig gelezen, echt veel te weinig.
Ik keer terug naar mijn eerste zin: hoe zit het dan met die Grote Namen? Hoeveel heb je er gelezen en vooral: welke? En wat met de andere, de Minder Bekende Goden? En wat doet het er eigenlijk toe? Wie heeft daar iets aan? Wat wil ik bewijzen? Dat ik, zeer fragmentair, toch wat wereldliteratuur heb gelezen? Proficiat. Deze zeer kunstmatige etikettering maakt geen enkele indruk, integendeel, en, dat lijkt me wezenlijk, karakterieel zelfs, ik was en ben eerder geneigd om The Late Greats links te laten liggen. Contrair! Liever lees ik dunne boekjes, boekjes met mooie kaftjes, boekjes van Onbekende Schrijvers, ocharme! die ik eigenhandig uit de vergetelheid wil lezen. Goed, goed.
Ik onderzoek of ik papieren helden heb. Zijn dat dan personages? Beowulf, Hamlet, Sancho Panza, Gregor Samsa, Henry Chinaski? Neen. Schrijvers? Schrijvers als rocksterren: Murakami, Tom Lanoye? Ook neen. Of gaat het over boeken, over Het Boek (de inhoud) en daardoor de schrijver. Ja. Daar gaat het over. Het equivalent van LP’s dus: niet de greatest hits (de songs) of de grootste rocksterren (de gitaargoden, de beste zangers), maar over de beste boeken, het boek als resultaat van de input van de schrijver, de schrijver op zijn best in dàt boek, en ook het boek op zich als item, als gegeven, het verhaal, maar ook het object, de bundel papier waarin dat verhaal staat, het object waarin alles samenkomt, het talent van de schrijver, het juiste verhaal, dat enkel in die vorm, met die taal kon geschreven worden.
Dus zijn mijn papieren helden verwant aan de rubriek ’10 platen die mijn leven veranderd hebben’, ’10 boeken die mijn lezen… richting gaven?’ Smaakbepalers. Smaakversterkers.
Hoe maak je zo’n keuze? Beter gezegd: hoe is het gelopen? Het woord is: lukraak. Zonder plan. Zonder logische opbouw. Ik deed maar wat. Ik zie plots parallellen met voetbal en muziek (daar heb je het: de echte interesses komen boven water).
Je hebt zo van die mensen: ze zijn voor Real Madrid. Of voor Anderlecht. En dan bedoel ik: zonder dat daar een aanwijsbare reden voor is: je woont in Madrid, je hebt bij de jeugd van Anderlecht gevoetbald. Geldige redenen. De valse reden is: kiezen voor ploegen die veel winnen (gewonnen hebben). Status. Verzekerde winst. Er zijn ook mensen die, ook zonder duidelijke reden, supporteren voor Eeuwige Provincialers. Waarvoor hulde.
Je hebt mensen die kiezen voor mooie namen: Rode Ster Belgrado, PEC Zwolle, FC Magdeburg, Legia Warschau, Atletico Madrid (ik zou hier uren mee kunnen doorgaan, ok, goed dan), Aston Villa, Olympic Marseille, Atalanta Bergamo, Servette Genève, FC Ganda Sparta, Union St.-Gillis.
Je hebt er die kiezen voor het exclusieve, voor de standing, wat ook kan samenvallen met categorie 1, de veelwinnaars: Paris Saint-Germain, FC Bayern Munchen, FC Chelsea, FC Barcelona, Ajax Amsterdam.
En je hebt er die bewust kiezen voor de underdogs, de nobele onbekendes (uit het buitenland), om speciaal te doen, om zich te onderscheiden. “Niemand anders in mijn omgeving kent deze club, nou, ik wel”. Oost-Duitse tweedeklassers: Carl-Zeiss Jena, subtoppers uit Albanië: Skënderbeu, Roemeense hasbeens: CS Universitatea Craiova, weggezakte Tsjechen: FC Banik Ostrava.
Gelijkaardige categorieën van mensen vind je bij de muziekfans. Je hebt er die alles goed vinden, als het maar veel verkoopt en zeer aanwezig is (ik begeef me hier met veel plezier op glad ijs):
Britney Spears, Phil Collins, Metallica, Ed Sheeran en, ja hoor, The Beatles.
Je hebt er ook die enkel topkwaliteit eisen, de kenners, zou je kunnen zeggen (opgelet, het gladde ijs wordt hier tot overmaat van ramp ook steeds dunner): Keith Jarrett, Miles Davis, Radiohead, Captain Beefheart, Wes Montgomery.
En dan ook nog de liefhebbers van alles wat onbekend is, buitenlands, een mix van zeven stijlen, gesplit na 1 maxi-single en compleet genegeerd door het publiek en de hitlijsten, zeer tot ongenoegen van die zeven fans in Montenegro en 1 hipster in Kortrijk.
Waarom vermoei ik u met deze niet-literaire lijstjes? (Die lijstjes waren het leukste stuk van dit stuk, vanaf nu wordt het opnieuw bittere ernst, het gaat vanaf nu opnieuw over literatuur, ik probeer, ik probeer.) Wel, waarom? Om te kunnen vergelijken, natuurlijk! Want welke boeken zouden dan mijn Real Madrid, mijn Beatles zijn: (opgelet, gelezen klassiekers in aantocht)
Moby Dick, Herman Melville (1), Animal farm, George Orwell (2), Don Quichot, Cervantes (3), Het proces, Franz Kafka (4), De hel, Dante Alighieri (5), Liefde in tijden van cholera, Gabriel Garcia Marquez (6), Het lijden van de jonge Werther, Johann Wolfgang von Goethe (7).
Ronkende namen. Pantheon der Grote Schrijvers. Met hun meest gekende boeken. Kanttekening: Ik las ook Hemingway, toch ook een van De Groten, maar ik las niet ‘De oude man en de zee’ maar ‘Death in the afternoon’ (8), over stierenvechten, godbetert. Zalig boek. Niet zijn meest gekende. Dus geen Real Madrid. Ik las ook Dostojevski! Aha! Nee hoor, een heel dun boekje: ‘Een onaangename geschiedenis’. Telt niet. Ook gelezen: Albert Camus (9), Stefan Zweig, Joseph Roth (10), Erich Maria Remarque (11), Louis-Paul Boon, … Ja, hele mooie namen, maar niet de absolute (internationale) top qua verkoop en status en… ‘Naam’.
Dan moet ik nu over, graag zelfs, naar de categorie Keith Jarrett en Radiohead, tot mijn spijt hierboven ingedeeld als voor de kenners, want ja, daar reken ik mezelf steeds meer tijdens het schrijven van dit stuk NIET bij. Ik heb het over: Alfred Döblin. Wie? Die van ‘Berlin, Alexanderplatz’. Over Robert Graves, ‘Goodbye to all that’ (12), Michail Boelgakov, ‘De meester en Margaritha’, Truman Capote, ‘In cold blood’, Tom Wolfe, ‘The right stuff’ (13), Joseph Conrad, ‘Hart der duisternis’ (én ‘De zee, een spiegel’), Primo Levi, ‘Is dit een mens’ (14), Curzio Malaparte (!), ‘Kaputt’ (15).
De grens is dun.
Ik heb het ook over: Georges Perec, ‘De wedergekeerden’ (16), Roger Martin du Gard, ‘Afrikaans geheim’ (17), Sylvain Tesson, ‘Onbegaanbare paden’ (18), Victor Klemperer, ‘Barre bevrijding’ (19), Georges Saunders, ‘Vos 8’ (20), Albert Cossery, ‘Grote dieven, kleine dieven’ (21), F.B Hotz, ‘Onrustige dagen’, Joris Van Casteren, ‘Lelystad’, Georgi Gospodinov, ‘De wetten van de melancholie’ (22).
En wanneer is iemand ‘obscuur’ te noemen? Talentrijk, maar obscuur. De echte fijnproevers roepen nu uit: die zijn helemaal niet obscuur! En inderdaad, dat is heel gek, eens je ze gelezen hebt, staan ze je na als foto’s uit je kindertijd, je rekent ze met plezier tot je lotgenoten. Want, ik moet het toegeven: mijn kast zit vol met Skënderbeus. En Banik Ostravas.
Het is sterker dan mezelf. Ik kan er niks aan doen. Ik hou van kleine, onbekende, exclusieve boekjes, van onbekende schrijvertjes uit verre landen (niet zo heel ver, maar toch), van tweedehandsboeken, van dunne opdondertjes met een mooie tekening op de kaft, met een leuke titel of een vergezocht idee of een ordinair gegeven, op flessen getrokken, geniaal in zijn eenvoud. Volgens mijn beperkt genie dan, ik bedoel, volgens mijn inschattingsvermogen van het begrip genialiteit, mijn verstandelijke vermogens om iets geniaals als dusdanig te herkennen. Ik ben in dat verband eerder geneigd om een baslijn van Oscar Pettiford genialer te vinden dan een uitvinding van Oppenheimer. Ik zeg maar wat.
Heeft het zin om hier enkele van die obscure titels in de euh … ether te gooien? Maar natuurlijk, ik bedoel er geen kwaad mee, ik wil (en kan) er niet mee scoren. Eerder jullie doen fronsen (ken ik dat ergens van?). Of laten lachen. Die boeken een duwtje geven, niet in de afgrond van vergetelheid maar in de richting van jullie boekenkast. Zoek, vind, koop en lees. Here we go.
Viktor Hadwiger, ‘Blanche’, Kaouther Adimi, ‘De boekhandel van Algiers’, Yasunari Kawabata, ‘De schone slaapsters’, Ida Simons, ‘Een dwaze maagd’, Judith Schalansky, ‘De lessen van mevrouw Lohmark’, Evelio Rosero, ’34 zeer korte verhalen en een vogelkat’, Bernard Quiriny, ‘Vleesetende verhalen’ (23), Kathrine Kresmann Taylor, ‘Adres onbekend’.
Om te eindigen en omdat lijstjes leuk zijn, categorieën ook, toch voor even, (maar uiteindelijk toch a pain in the ass) gooi ik er hier nog wat namen tussen waarvan het me niet meer kan schelen of ze nu Real Madrid, Aston Villa of Skënderbeu zijn, of ze The Beatles zijn, Captain Beafheart of L’Orchestre International du Vetex. Het zijn allemaal schatjes, mooi op hun eigen manier, dunne, dikke, trage, slimme, sterke, lekkere boeken. Love them all. Komt ie! Laatste!
Ahmed Bouanani, ‘De Kliniek’, Andres Barba, ‘Republiek van licht’, Anthony Burgess, ‘Machten der duisternis’, Anna Funder, ‘Stasiland’, Guillermo Arriaga, ‘Het vuur redden’, Xavier de Maistre, ‘Reis door mijn kamer’, Rachel Carson, ‘De zee’, Stephen Budiansky, ‘Battle of wits’ (24), Ana Sebastian, ‘De Dikke van het melksalon’, Antonio Lobo Antunes (!!!), ‘Reis naar het einde’ (25), Ry Cooder, ‘Los Angeles Stories’ (26), François Bon, ‘Mechaniek’ (27), Ece Temelkuran, ‘Verloren land’, Ian Kershaw, ‘Tot de laatste man’, CC Krijgelmans, ‘Tandafslag’, Tomasi di Lampedusa, ‘Tijgerkat’ (28), Annelies Verbeke, ‘Dertig Dagen’.
Of wacht, nog heel even.
Emmanuel Bove, ‘Het voorgevoel’, Nick Hornby, ‘Fever pitch’, Guido Van Hengel, ‘Roedel’, Willem Elsschot, ‘Tsjip, de leeuwentemmer’, Jonathan Littell, ‘De welwillenden’, Eric Min, ‘Gare du Nord’, Dave Eggers, ‘Zeitoun’ (29), John Williams, ‘Butcher’s Crossing’, Wim Kayzer, ‘De waarnemer’, Pierre Michon, ‘Roemloze levens’, Dubravka Ugresic, ‘De vos’.
Ow!
Antonio Scurati! (30)
(bijna vergeten, boek van het jaar!)
‘M’ (3 delen!).
Zo.
Papieren Helden.
1 Moby Dick, Herman Melville - Ik kocht het boek in Milaan, op zoek naar iets Engelstaligs. Bij het apocalyptisch einde kwam me opnieuw de verfilming met Gregory Peck als captain Ahab voor de geest. Die moet ik als kind ooit op televisie gezien hebben. Moby Dick kon zich qua special effects meten met King Kong uit de jaren dertig.
2 Animal farm, George Orwell - Iedereen onthoudt de quote “Some animals are more equal than others”, maar ik vond deze ook niet mis, verwijzend naar de poging om de dieren te organiseren in comité’s: “Zo faalde de poging de wilde schepselen te temmen bijna onmiddellijk. Zij gedroegen zich precies als vroeger en trokken van iedere milde behandeling eenvoudig de voordelen.”
3 Don Quichot, Cervantes - Sancho Panza (tegen Don Quichot): “Heer, somberheid is niet iets voor beesten, maar typisch menselijk.”
4 Het proces, Franz Kafka - Ik vond in onze boekenkast op zolder een uitgave uit 1953 waarin mijn echtgenote – voor ze me kende – fier haar handtekening had gezet. Dus begon ik eraan. Volledig vertrouwd met de term ‘kafkaiaans’ was Kafka lezen wonderlijk. Je zag het begrip woord na woord gestalte krijgen, in een verrassend fris taalgebruik.
5 De hel, Dante Alighieri - Diepe buiging voor de vormvastheid. Inhoudelijk blijft, naarmate de schrijver verder afdaalt in de hel, de toenemende mate van zondigheid entertainen, beginnend bij de ongedoopten, de wellustigen (“de zondaars van ’t vlees, wiens verstand de slaaf was geweest van hun lust”), de vraatzuchtigen, de vrekken en de verspillers, de toornigen, de ketters, de geweldplegers, de homoseksuelen, de woekeraars, verleiders en vleiers, waarzeggers, oplichters, huichelaars, dieven, tweedrachtzaaiers, vervalsers en verraders.
“zo zaten, blauw van de kou, de ontroostbare
schimmen tot aan hun wangen in ’t ijs ingevroren;
hun tanden klapperden een ooievaarszang.”
6 Liefde in tijden van cholera, Gabriel Garcia Marquez - Dit boek ging mee op reis in de koffer van mijn vrouw. Op een dag stond ik om 6 u. op, wakker geworden door de onmogelijke hitte, ging in een strandstoel voor het vakantiehuisje zitten en begon te lezen. Als vader van drie jonge kinderen was het een onvoorstelbaar genoegen twee uur ongestoord te kunnen doorlezen, tot de kinderen wakker werden. En toen was het nog maar 8 u. in de ochtend. Na vier dagen was het uit. Inwendig vervuld met liefde, uitwendig gekookt door de zuiderse warmte, gaf ik het terug aan de moeder van mijn kinderen, in de hoop ook ooit op een ronddrijvend schip, ver van alles en iedereen, met haar samen te blijven, tot het einde.
7 Het lijden van de jonge Werther, Johann Wolfgang von Goethe - Ik kocht dit kleine, dunne boekje (hoera) in boekhandel De Witte Zee in Oostende. Het bleek een uitgave uit 1972, door uitgeverij De Galge, Antwerpen. Het gekende verhaal vol weltschmerz las vlotjes weg, tot op pagina 137 een zekere Elvis en The Beatles binnenwandelen:
“Elvis komt als een vochtige nevelzuil; om hen heen zijn helden, en zie, de barden van het lied: de grijze George! Paul! Ringo, lieflijke zanger!”
Bij het lezen van “Ringo” ontwaak ik uit mijn leestrance. Ringo? Rare naam uit de Duitse romantiek. En: Ringo, lieflijke zanger???
Dit infuus van absurditeit (1972, wat een tijden) gaat verder met een voorspellend visioen:
“Al dikwijls hadden ze Lennons graf gezien en dikwijls de duistere woning van de gele Yoko Ono.”
Die zin heb ik drie keer moeten herlezen, voor ik geloofde dat hij er echt stond.
Waarna het verhaal van de jonge Werther herneemt. Onbegrijpelijk, on many levels. Een maand later vond ik een identiek exemplaar in de kringloopwinkel van Tielt. Met exact dezelfde passage erin.
8 Death in the afternoon, Ernest Hemingway - “It’s easier to be stupied and naturally brave than to be exceedingly intelligent and still completely brave.”
9 De vreemdeling, Albert Camus - Ergens weet je dat Camus op je weg zal komen. Eens je een zekere leeftijd hebt, al wat knauwen in je flank rijker, lees je instemmend over de “tedere onverschilligheid van de wereld”.
10 Radetzkymars, Joseph Roth - Ik grijp naar Volker Weidermanns ‘Zomer van de vriendschap, Oostende 1936’, waarin hij Joseph Roth en Stefan Zweig volgt tijdens hun verblijf in Oostende, met enkele scènes in café Du Parc, waar ik zelf wekelijks kwansuis voorbijwandel.
“Hij (Roth) zoekt het geluk in het verleden, in het oude Oostenrijk en in de ten onder gegane dubbelmonarchie (daarover gaat ‘Radetzkymars’). Hoe ouder hij wordt hoe dichter de wolken zich boven het oude Europa samenpakken, hoe nostalgischer zijn blik, hoe idealistischer het beeld van de wereld die hij verloren heeft.”
Mijn hart bloedt van herkenning.
11 Van het westelijk front geen nieuws, Erich Maria Remarque - “De meesten van ons gaan liggen slapen. Ik probeer het ook. Maar het wordt te koud. Je kan merken, dat we dicht bij de zee zijn.”
12 Dat hebben we gehad, Robert Graves - Wat heb ik dit boek graag gelezen. Ik nam het nog eens op voor dit stuk, was alweer vertrokken voor 20 bladzijden. Graves loodst je onsterfelijk door de helletocht van de loopgraven. Terwijl rondom jou de groentjes sterven als ratten (de groentjes vallen altijd eerst), weet je: ik overleef dit.
13 The right stuff, Tom Wolfe - Mijn allereerste papieren held was Tom Wolfe. Tom Wolfe was een dandy. Tom Wolfe was een journalist. Journalisten schreven ook boeken. Het boek als masterproef van het schrijverschap. Dat was New Journalism. Ik heb het minstens driemaal ademloos gelezen. Ik heb de inhoud van het boek ooit schematisch uitgetekend, mocht ik ooit zelf …
14 Is dit een mens, Primo Levi - Hallucinant, helder geschreven ooggetuigenverslag uit Auschwitz. Dit is de onwezenlijke eerste zin:
“Tot mijn geluk ben ik pas in 1944 naar Auschwitz gedeporteerd, dat wil zeggen nadat de Duitse regering met het oog op de groeiende schaarste aan arbeidskrachten besloten had om de gemiddelde levensduur van de voor liquidatie bestemde gevangenen te verlengen.”
15 Kaputt, Curzio Malaparte - Naast Lobo Antunes een van mijn favoriete schrijvers. Daarom heb ik er weinig over te vertellen. Het zou me te ver leiden. Ik weet niet waar te beginnen. Ik verlaat me daarom op het uitstekende voorwoord van Tom Lanoye: “Oorlog vormt de lakmoesproef van het letterkundig talent, de letteren snijden het diepst als de mensheid zich vernietigt.”
16 De wedergekeerden, Georges Perec - Te gek om los te lopen. Maar wat een leesfeest. In dit boek is enkel de klinker ‘e’ toegestaan. En ‘k speelde even met het beeld, evenzeer de letter e te eren, net Perec, krek hetzelfde. Maar fuck it, veel te moeilijk.
17 Afrikaanse geheim, Roger Martin du Gard - Novelle. Ik hou van novelles, het woord alleen al. Novelle.
18 Onbegaanbare paden, Sylvain Tesson - Sylvain Tesson is mijn favoriete, hedendaagse filosoof.
19 Barre bevrijding, Victor Klemperer - De Joodse schrijver Victor Klemperer schreef talrijke oorlogsdagboeken, waaronder dit beklemmend verslag van de laatste maanden in een tenondergaand Duitsland. Hij schreef ook een bijzonder boek over de taal van het Derde Rijk.
“Normaal is een fanaticus iemand in een verkrampte, extatische toestand. Bij de nazis is het een verblijde mengeling van dapperheid en hartstochtelijke toewijding.”
20 Vos 8, Georges Saunders - Een furhaal.
“Beste leezur, allureerst wil ik zegge sorrie as ik woorde furkeert spel. Ik ben un Vos! En kan dus niet zondur faute sgrijfe of spelle.”
21 Grote dieven, kleine dieven, Albert Cossery - Bij twijfel: lees de eerste bladzijde. Heb je zin om door te lezen, koop dan het boek. Een eenvoudig advies dat ik ooit gaf aan mijn twijfelende echtgenote, aan wie ik toch niks te vertellen heb, zij kiest zelf haar boeken. Sinds ik het uitgesproken heb, pas ik het ook toe voor mezelf.
In dit boek helpt de uitgever een handje. Hij heeft de integrale eerste anderhalve pagina op de binnenflap geplaatst. Wie de binnenflaptekst leest (heet dat waarlijk zo?), die is al na de eerste zin meteen om:
“De mensenmenigte die zich in een nonchalant zomers tempo over de verzakte trottoirs van de duizend jaar oude stad al-Kahira voortbewoog, schikte zich kennelijk onaangedaan en zelfs met een zeker cynisme in de gestage, onstuitbare stedelijke vervuiling.”
22 De wetten van de melancholie, Georgi Gospodinov - Ik lees graag Oost-Europees. En ik ben nog nooit in Oost-Europa geweest. Of toch, een beetje. Enkele jaren geleden bezocht ik Berlijn en liep ik me dagenlang te vermeien met het uitzoeken waar de voormalige grens tussen oost en west lag, in het kwadraat geholpen door het strategisch marketingbureau van de dienst voor toerisme, dat hiervan haar unique selling point had gemaakt. Van Adolf Hitler en zijn strapatsen: geen spoor.
In ‘De wetten van de melancholie’ staat dit:
“Soms overvalt me een onduidelijk gevoel van melancholie, dat niet van mij blijkt te zijn. De melancholie uit Noord-Afrika bijvoorbeeld. Meegevoerd door de Saharawind. (…) Ik kan een geografische kaart tekenen van de migratie van melancholieën. Sommige plekken zijn treurig in de ene eeuw, andere in een andere.”
23 Vleesetende verhalen, Bernard Quiriny – Absurd en inventief. Uit de Belgica-reeks, staalkaart van het kortere werk uit de Belgische literatuur, uitgegeven door Voetnoot. Van die uitgeverij heb ik een ook vijftal stuks uit de Moldaviet-reeks, de mooiste Tjechische kortverhalen.
24 Battle of wits, Stephen Budiansky - Over het kraken van de Duitse Enigma-code in WOII. Toen de film over Alan Turing uitkwam (‘The Imitation Game’) was ik al expert. Wiskundige cijferreeksen ter illustratie, decodeermethodes met kamervullende computers, de vijand niet laten merken dat je de code gekraakt hebt, het was een huzarenstukje waarin Budiansky wonderwel slaagde; zelden zo’n spannend boek gelezen met zo veel wiskunde erin.
25 Reis naar het einde, Antonio Lobo Antunes - Zinnelijke, ononderbroken stroom van monolue intèrieur. Niets ontziende beschrijving van de Portugese condition humaine. Copieus én delicieus. Ik heb bijna al zijn boeken.
26 Los Angeles Stories, Ry Cooder - Ik was aangenaam verrast toen ik zag dat één van mijn gitaarhelden een verhalenbundel uithad. ‘Los Angeles Stories’ is hard-boiled fictie. Jaren veertig-vijftig, low-lives, nachtleven, moord en doodslag, slechte vrouwen, laveloze mannen. En de taal: stripped. Zoals in
“I ordered Brew 102 – it’s cheap and it hits.”
“Nice girl, a vocalist. Sang that hillybilly stuff you like. Can’t stand it, sounds like cats fucking.”
Je hoopt natuurlijk dat er wat muziek insluipt en dat gebeurt ook, spaarzaam. In het verhaal ‘Smile’ komt een man bij Sonny, tandtechnicus en steel guitar speler. Hij wil zijn tanden laten repareren maar heeft geen geld. Hij wil daarom betalen met zijn Bigsby triple-neck, “the holy grail of steel guitars”.
Even kunnen we in het hoofd van Ry Cooder, de gitarist, kijken:
“I (Sonny) am what you call a methodical person, that’s the steel guitar player in me. Steel guitar is a very methodical instrument and very logical, and that’s why I like it. You sit there and you put your steel bar down on the strings and you play your patterns. That’s how we do it. It’s fine for a genius like Joaquin Murphy to play free and easy and just wing it, but the Average Joe has to plan ahead.”
27 Mechaniek, François Bon - Aaah. La Déesse! Zou er iemand ooit sneller beslist hebben om een boek te kopen? De schrijver brengt een eerbetoon aan zijn vader, automonteur en garagehouder van Citroën in het Frankrijk van na de Tweede Wereldoorlog. Prachtig van taal; monteren en schrijven zijn verwant.
28 Tijgerkat, Tomasi di Lampedusa - Wanneer we er van uitgaan dat een gepubliceerd boek een garantie biedt voor kwaliteit qua taal***, dan speelt bij de keuze vooral het onderwerp. Op de achterflap: Sicilië, 1860. Garibaldi landt bij Marsala om het eiland (Sicilië) in te lijven bij de nieuwe, liberale eenheidsstaat Italië. Het is gedaan met de Bourbons en met de feodaliteit: de platte, alles berekenende burgerij neemt de macht over. Meteen kopen, zoiets.
En de auteur: Giuseppe Tomasi, de laatste prins van Lampedusa, is de schrijver van één boek (dat pas een jaar na zijn dood werd uitgegeven). Meteen kopen, zoiets.
***ooit was een LP uitbrengen een kwaliteitslabel, zeker voor een Belgische band. Je sprak met ontzag over muziekgroepen uit eigen land, of eigen stad, die een plaat uitbrachten. Die speelden meteen een klasse hoger. Soms terecht, soms niet. In het laatste geval was er – in onze ogen – fraude in het spel: er was gebruik gemaakt van studiomuzikanten! Ik vermoed dat de vergelijking met ghostwriting mank loopt. Maar zijn er ook schrijvers die niet zelf hun boek geschreven hebben? Je verwacht geen Milli Vanilli’s onder het schrijversgild. Maar ik kan me vergissen.
29 Zeitoun, Dave Eggers - Augustus 2005. De orkaan Katrina verzuipt New Orleans. Abdulrahman Zeitoun brengt de eerste nacht door op het dak.
“De duisternis rondom is compleet, de nacht is stil, behalve de honden. Eerst enkele, dan dozijnen. Vanuit alle kanten in de omgeving hoorde hij hen huilen. De buurt zat vol honden, dus was hij gewend aan hun geblaf. Eender welke nacht kon er eentje beginnen blaffen, daarmee de andere aansteken in een a-ritmisch vraag en antwoord dat uren kon duren, tot ze kalmeerden, een voor een, tot het stil werd. Deze nacht was anders. Deze honden waren achtergelaten, en ze wisten het. Er was verbijstering en een kwaadheid in hun huilen die de nacht in scherven brak.” (eigen vertaling)
Dit schrijnende verhaal (waar gebeurd) gaat niet enkel over ondergelopen huizen, evenzeer over de Bijbelse beproeving die Zeitoun treft, omdat hij immigrant is. Ik zal de naam Zeitoun nooit vergeten.
30 M, Antonio Scurati
Magnifieke, driedelige, gefictionaliseerde biopic over opkomst en val van Mussolini, het operetteneefje van Adolf Hitler. Toen bekendgemaakt werd dat er nog een vierde deel komt, heb ik uit pure blijdschap en adoratie een mail met gelukwensen naar de schrijver gestuurd. Geen antwoord op gekregen.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.