Dor hout
Het moeten vergrote keelamandelen zijn
of trilhaar dat lacht
zegt de arts die met lepel en lamp
verzoekt om een aaaa
Wij zeggen met ons beste gedichtengezicht
uiteraard altijd eerst iiiiii
Dor hout dus, zegt hij
en legt ons in vakjes
zet ons in bijstand
schraapt ons tot sneeën
wintert ons af
Want er is altijd
zijn wijsheid:
er moet om de mens heen worden gelopen
er moet afstand worden bewaard van de varkens met een gleuf
bovenaan om er meer tijd mee te sparen
dan te kopen
Ons bloed zwemt lengtes
in vlakke bogen
wij dromen
ons roerend gedacht want
we hebben alleen maar de fout gemaakt
aan het leven gehecht te raken
that’s all, folks
Alleen jonge mensen blijven
in de mode, zegt de man
met de lepel en de lamp die de pillen verkoopt,
zoals Greta
Maar wat weet hij helemaal?
Ziet hij ons stijgen
in tabellen en cijfers?
Ziet hij ons afvlakken
tot het plateau van de ijver
waarin we veilig ontroerd worden
als eieren?
Misverstand
Ik was een schrijfster, zij een literair criticus
Zij sprak vloeiend Bulgaars, ik vloeiend hondjes
Zij was een vrouw, ik moest nog nadenken
Ze dronk vermout, mij gaf ze aaitjes
Ze was geweldig en prachtig want stijl is alles
Ze betoverde de stad en bepaald alle mannen
met haar onbevreesdheid en levensliefde
Ze stuurde een prentbriefkaart, ze had daar alles goed op gezet, hij viel uit de zak, hij raakte verfrommeld, er was hier en daar wat doorgestreept, er stond nog een woord bovenaan maar er was niet genoeg plaats dus er was een hoek aangezet in de vorm van een waaier
met speeksel waarschijnlijk
Ik had me vergist,
ze bleek een kindermaker met een hoed en met een stok in zijn zij
met redelijk veel inzicht in centralistische democratieën
Een volgroeide kerel met andere woorden
en daden
die verstrakte als je hem pakte
Ik deed alsof ik niet had opgelet
Ik lag daar heel stil
slechts uit mijn oor ademend
zoals de walvis
We zochten onze toevlucht tot het Latijn
om onze geslachten helder te krijgen
We zijn samen gebleven maar
we hebben het nooit meer echt uitgepraat
Succesverhaal
Omdat er altijd de feiten
is de vloer lava
en slaan we de aarde met hamers
uit munt
We zijn nergens geweest
de voorbije twaalf maanden
We groeien als wortels omlaag
We reizen zodra we weer vrij zijn
want reizen biedt altijd een vijver aan vijvers en
het kan de waarheid niets schelen
of we haar aanhangen
We beginnen een succesverhaal altijd wel graag
met hoe het afloopt
Het vuil is gewist, de snelheid normaal
Heb jij iemand naast je?
Weet je in welk oor je kan spreken?
Dan ben je niet eenzaam
en ben je niet lelijk
De aarde zoeft door het luchtruim
met geen andere reden
dan om ons te dragen
meenden we
en we zijn altijd al
de meest magnetische der primaten
We hadden wat smaak, een weinig gewicht
en in ons brein geen gram goddeloosheid
Een open einde vonden we bijgevolg
iets voor de lafaards
Achterkleinkind
Het kind in de slinger heeft rustig geslapen
het brood is gekneed, de oven
verhit, de valdeur geopend
In het familiesteen staan benig op de borst,
met rotsgebit en goudgesponnen haren
de ouden
tot aan hun nek in het vocht
Ze strekken hun handen als vogels
uit hun verband
De tijd wordt een draad door een oogje
Het geheugen slaat door de kamer
als een zweep in de stal
Waar zijn de dagen, lieverds
dat jullie aandacht vroegen
voor je eigen drukkende verlangens?
Jullie schip ligt veilig in de haven
maar het is er niet voor gemaakt
Het zijn paardjes die molens doen draaien
Het kind lijkt te schateren
naar de opblaasbare zwaan
en de krul in het behang
Maar zijn lachje gaat over in hik
en herinnert ons eraan dat verdrinken
zich voltrekt in bedrieglijke stilte
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.